Het hof van beroep van Antwerpen heeft een dossier van een Nigeriaans netwerk opnieuw onderzocht. De correctionele rechtbank van Antwerpen had zich in een vonnis van 14 november 2018 over de zaak gebogen waarin sprake was van een tak van een Nigeriaans prostitutienetwerk dat opereerde in Antwerpen. Zes personen werden vervolgd voor mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting en voor mensensmokkel maar verschillende betrokkenen lieten verstek gaan. Sommigen van hen verbleven in Italië.

Een van de slachtoffers was minderjarig. Het slachtoffer dat vanuit Nigeria naar België gehaald was toen ze zestien jaar was legde verschillende verklaringen af. Ze was aangezocht door een van de beklaagden om naar Europa te komen waar ze school zou kunnen lopen. Ze reisde vanuit Benin City via Niger naar Libië en van daar per boot naar Europa. Op de Middellandse Zee werden zij en andere inzittenden gered door een Italiaans schip. Vier andere meisjes uit dezelfde boot verdronken in de zee. In Italië werd ze opgewacht door een van de beklaagden en werd haar meegedeeld dat ze een schuld van 35.000 euro moest afbetalen voor haar reis naar Europa. Daarvoor moest ze een voodoo-ritueel ondergaan. Vanuit Italië werd ze door een andere beklaagde naar België, Antwerpen gebracht. Daar werd ze ondergebracht in het appartement van een van de beklaagden dat ze deelde met een ander meisje dat zich in een identieke situatie bevond. Het geld dat ze verdiende in de prostitutie moest ze overhandigen aan haar verhuurster, een van de beklaagden, om haar schuld af te betalen. Daarenboven werd haar 25 euro per maand aangerekend voor eten en drinken. Tijdens haar verklaringen bij de politie verwees ze naar een ander slachtoffer, het meisje met wie ze het appartement deelde. Dat meisje werd door de politie opgespoord en zij legde identieke verklaringen af.

Beide meisjes werden meermaals bedreigd omdat ze niet genoeg verdienden en later omdat ze hun geld niet meer afstonden. Ook hun familie in Nigeria werd bedreigd.

De beklaagden werden veroordeeld — sommigen onder hen bij verstek — tot gevangenisstraffen tussen twee jaar en zes jaar en tot geldboetes tussen 6.000 euro en 15.000 euro. Ze werden voor vijf jaar ontzet uit hun rechten en er werden bedragen verbeurdverklaard. De onmiddellijke aanhouding werd bevolen op de zitting.

Een slachtoffer stelde zich burgerlijke partij. Zij kreeg een schadevergoeding van meer dan 13.000 euro (morele en materiële schadevergoeding). Het verbeurdverklaarde bedrag werd haar toegewezen.

Twee beklaagden en het parket gingen in beroep.

In zijn arrest heeft het hof van beroep van Antwerpen een van de beklaagden vrijgesproken. Hij was de persoon die een kamer onderverhuurde aan de twee slachtoffers nadat hij gecontacteerd was door een vriendin. Volgens het hof is het aannemelijk dat hij bij aanvang van de huurovereenkomst niet op de hoogte was van de activiteiten van de meisjes en van het feit dat zij slachtoffers waren. Hij werd vrijgesproken omdat er twijfel bestond dat hij wetens en willens handelde. Bovendien heeft hij geen abnormaal profijt beoogd.

Ten aanzien van de andere beklaagde bleven de tenlasteleggingen bewezen. Uit het dossier bleek namelijk dat hij betalingen ontving van de slachtoffers, aanwezig was toen bedreigingen geuit werden aan de slachtoffers en ook zelf bedreigingen uitte. Het was voor het hof duidelijk dat hij samen met zijn partner en zijn familieleden die in Italië verbleven deel uitmaakte van een vereniging van mensensmokkelaars. Zijn gevangenisstraf van zes jaar werd bevestigd, net als de geldboete van 15.000 euro. Ook de 13.280 euro schadevergoeding voor het slachtoffer werd bevestigd.