Tot slot rijzen er nog enkele vragen bij de impact van het nieuwe wetsontwerp op het bestrijdingsapparaat van mensenhandel.

Kan de toevoeging van het nieuwe concept ‘misbruik van prostitutie’ leiden tot een verandering in de werking van het bestrijdingsapparaat van mensenhandel, waaronder de eerstelijnsdiensten (bij hun aanpak) en de magistraten (bij de keuzes voor bepaalde onderzoeksdaden).

Zal in de praktijk het bestrijdingsapparaat mensenhandel meer worden gekoppeld aan de strijd tegen misbruik van prostitutie? Zal de Interdepartementale Coördinatiecel (ICC) en haar bureau in de toekomst ook bevoegd worden om het beleid rond misbruik van prostitutie op te volgen en te coördineren? Kan dat ook een impact hebben op de internationale verplichtingen inzake registratie van mensenhandel?

Indien onderzoeken tijdrovend blijven en als de middelen beperkt zijn, kan het gemakkelijker zijn voor magistraten om te opteren voor de tenlastelegging misbruik van prostitutie in plaats van de tenlastelegging mensenhandel. Misbruik van prostitutie toont het beeld van een ruimer operationeel veld van criminele handelingen dan mensenhandel voor het Openbaar Ministerie en laat misschien gemakkelijker toe om bewijsmateriaal te verzamelen. Wat zijn evenwel de gevolgen voor de slachtoffers van mensenhandel die uit de boot dreigen te vallen?

De minister van Justitie verklaarde op 30 juni 2021 in het parlement dat de diensten van de sociale inspectie een rol zullen spelen bij het toezicht op de naleving van het sociaal statuut dat voor de uitoefening van prostitutie is vastgesteld. Zullen deze diensten dan ook een grotere rol moeten spelen bij controles van contracten van sekswerkers en zullen ze zich meer moeten richten op onderzoeken naar abnormaal profijt in het kader van misbruik van prostitutie?

De focus en de specialisatie van de diensten van de sociale inspectie liggen vooral bij economische uitbuiting en in mindere mate bij seksuele uitbuiting, wat ook een andere aanpak vereist. Het vraagt tijd om hun werking aan te passen, met een overgangsperiode, en vergt bijkomende middelen terwijl hun middelen verminderen. 

Mensenhandel is ruimer dan alleen seksuele uitbuiting en er moet nog voldoende aandacht worden besteed aan economische uitbuiting waarin België net veel expertise heeft opgebouwd en internationaal een voortrekker is.

Het nieuwe wetsontwerp mag het bestrijdingsapparaat van mensenhandel niet ontwrichten. Specialisatie is dé sleutelfactor in de strijd tegen mensenhandel. Die mate van specialisatie in een interdisciplinair kader kan onder druk komen te staan.