Een Bulgaarse beklaagde recidivist buitte jonge vrouwen uit door ze emotioneel aan zich te binden. Hij werd vervolgd voor mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, aanwerving en uitbuiting van de prostitutie van vijf jonge Bulgaarse vrouwen. Bovendien werd hij ook vervolgd voor willekeurige detentie van een van die jonge vrouwen.

De rechtbank veroordeelde hem voor alle tenlasteleggingen, behalve voor de willekeurige detentie. De beklaagde ronselde de jonge vrouwen in Roemenië, bood hen onderdak, bracht ze naar hun plaats van prostitutie in Charleroi en ging hun opbrengsten ophalen. Hij maakte tevens gebruik van geweld en bedreigingen. De rechtbank baseerde zich op telefoontaps, observaties en informatie van de Bulgaarse overheden. De rechtbank erkende ook een aantal verzwarende omstandigheden (misbruik van een kwetsbare situatie, gebruik van geweld of bedreigingen, activiteit met een gebruikelijk karakter), behalve die van vereniging. Wat de tenlastelegging willekeurige detentie betrof, meende de rechtbank dat de zware psychologische impact van de beklaagde niet volstond als bewijs voor deze tenlastelegging.

De rechtbank veroordeelde de beklaagde tot een gevangenisstraf van zes jaar en een boete van 40.000 euro. Hij sprak tevens de bijzondere verbeurdverklaring uit van de som van 26.400 euro als vermogensrechtelijke voordelen die hij rechtstreeks uit de misdrijven had gehaald.

Deze beslissing werd bevestigd door het hof van beroep van Bergen in een arrest van 12 januari 2018. Het hof heeft de gevangenisstraf wel verzwaard.