Franstalig correctionele rechtbank van Brussel, 22 april 2016
De rechtbank heeft vijf beklaagden met de Vietnamese nationaliteit, waarvan drie bij verstek, veroordeeld voor mensensmokkel, onder andere tegenover drie minderjarigen. Samen met een zesde beklaagde werden ze ook veroordeeld om op verschillende manieren actief te zijn geweest binnen een criminele organisatie.
De beklaagden waren betrokken bij een internationaal netwerk van smokkelaars. Personen die uit Vietnam afkomstig waren, werden tegen een aanzienlijke vergoeding hoofdzakelijk naar het Verenigd Koninkrijk gesmokkeld. De helft van de reis werd betaald bij het vertrek uit Vietnam, de andere helft door de familie zodra de overtocht was geslaagd. Een reis naar België of Frankrijk kostte zo’n 20.000 euro, een reis naar Engeland 5.000 à 6.000 euro meer. Het geld werd betaald aan de ouders van de hoofdbeklaagde. Hij stond aan het hoofd van de organisatie. Een andere beklaagde beheerde de kassa en stond in voor de logistiek van de organisatie. Een derde fungeerde als chauffeur.
Personen die naar Engeland wilden gaan, werden ondergebracht in safehouses in Brussel en vervolgens naar de parking van Groot-Bijgaarden gebracht. Daar stapten ze op vrachtwagens richting Calais en vervolgens Verenigd Koninkrijk (ofwel in de cabine van de vrachtwagen met medeweten van de chauffeur, ofwel in de oplegger te midden van de lading, soms met gevaar voor eigen leven).
Leden van de organisatie die contacten legden om mensen afkomstig uit Oekraïne via Oost-Europa of via Zuid-Europa te kunnen aanvoeren, stippelden routes uit in de landen waar de kandidaat-migranten doorheen trokken.
De feiten zijn aan het licht gekomen na de ontdekking van verschillende mensen zonder papieren in vrachtwagenopleggers in Groot-Bijgaarden en Calais. De meeste betrokkenen en de modus operandi konden op basis van telefoontaps worden blootgelegd. Ook zijn verschillende observaties uitgevoerd. Bankonderzoek heeft geldtransfers via Western Union vanuit België en andere West-Europese landen naar Vietnam blootgelegd.
Het hoofd van de organisatie werd bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar en een boete van 90.000 euro.
PAG-ASA en Myria hadden zich burgerlijke partij gesteld en kregen elk 1 euro.
Deze beslissing is definitief voor de beklaagden die veroordeeld werden op tegenspraak. Op verzet werd de leider van de organisatie opnieuw veroordeeld door de Franstalige correctionele rechtbank van Brussel op 25 november 2020.