De rechtbank veroordeelde de een vrouw die een Braziliaanse werknemer zonder papieren clandestien in haar manege liet werken voor mensenhandel met het oog op economische uitbuiting en voor verschillende inbreuken op het Sociaal Strafwetboek (waaronder het ontbreken van een verzekeringspolis tegen arbeidsongevallen en het niet betalen van het verschuldigde loon). De werknemer was het slachtoffer geworden van een arbeidsongeval (een paard is over zijn been gelopen) en door de letsels als gevolg van het ongeval was hij verschillende keren gehospitaliseerd om chirurgische ingrepen te ondergaan. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van werkomstandigheden in strijd met de menselijke waardigheid aangezien de werknemer het slachtoffer was van een arbeidsongeval en de beklaagde zich totaal niet bekommerde om het lot van haar werknemer. Op de dag van het ongeval had ze de hulpdiensten niet verwittigd en bedacht ze een scenario waarbij ze het arbeidsongeval zou verdoezelen door voor te houden dat het slachtoffer tijdens een verhuis een meubel op zijn been had gekregen. Ze gaf het arbeidsongeval niet aan, stortte het verschuldigde loon niet door en bekommerde zich al helemaal niet om de medische kosten waaraan de werknemer door het ongeval was blootgesteld, terwijl hij bovendien geen enkele sociale dekking had. Ze zette hem ook snel buiten, ook al kon hij zich amper verplaatsen.

De beklaagde werd veroordeeld tot één jaar gevangenis en een boete van 12.000 euro met uitstel voor de totaliteit van de gevangenisstraf en voor de helft voor de boete. De werknemer die zich burgerlijke partij had gesteld, kreeg een provisionele som van 1.000 euro toegekend.

Deze beslissing is definitief.