In dit vonnis heeft de correctionele rechtbank geoordeeld over een zaak van mensensmokkel met bootjes op de Noordzee. De Iraanse beklaagde werd vervolgd voor mensensmokkel, kwaadwillig belemmeren van het verkeer en gewapende weerspannigheid.

In september 2021 werd hij aan boord van het voertuig dat hij bestuurde door de verkeerspolitie onderschept, na een snelheidsovertreding (161 km/u) op de E42-autosnelweg richting Bergen. De bestuurder weigerde te gehoorzamen aan de bevelen om de politie te volgen en maakte verschillende gevaarlijke manoeuvres in een poging om de politie van zich af te schudden. Na een achtervolging van 57 km werd het voertuig uiteindelijk aan de kant gezet.

Aan boord zat ook een vrouwelijke passagier, eveneens met de Iraanse nationaliteit. Zij stelde zich burgerlijke partij. Geen van beiden kon identiteitsdocumenten voorleggen. Het voertuig was door de Franse autoriteiten geseind (Schengen) in het kader van een illegale transit van vreemdelingen richting Engeland, waarbij de beklaagde een van de verdachten was. In het voertuig trof de politie behalve dertig reddingsvesten ook een opblaasbare rubberboot aan in een daarvoor bestemde tas, en in een andere tas ook zitjes, roeispanen, pompen en een motor.

De passagier barstte in tranen uit en verklaarde de chauffeur niet te kennen. Ze zei dat ze vanuit Denemarken kwam en dat hij haar had opgepikt om haar met een reddingsvest via Frankrijk per boot naar Engeland over te brengen.

De beklaagde verklaarde dat het voertuig hem in Duitsland was toevertrouwd, dat hij het naar een parkeerplaats in Brussel moest brengen en ook de passagier moest ophalen, die met drie andere personen in een voertuig met Deense nummerplaat was aangekomen. Hij ontkende een smokkelaar te zijn. De passagier had asiel aangevraagd in Denemarken, wat haar even voordien was geweigerd. Ze was dan ook van plan via Frankrijk naar Engeland te reizen. Ze had contact opgenomen met mensen die de reis al hadden gemaakt en zo het nummer van de smokkelaars gekregen. De reis zou haar zo’n 1.700 euro kosten. Daarop werd ze overgebracht naar een opvangcentrum voor slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel, dat zich over haar heeft ontfermd

In het vonnis hield de correctionele rechtbank rekening met alle tenlasteleggingen. Op basis van telefoontaps en vaststellingen van de politie kon er worden aangetoond dat de beklaagde herhaaldelijk meerdere reizen had gemaakt van Nederland naar Duitsland, en uiteindelijk via België richting Frankrijk, met de bedoeling om mensen in een onwettige en precaire situatie over het Kanaal naar Engeland te brengen.

De rechtbank veroordeelde de beklaagde tot een gevangenisstraf van vijf jaar met gedeeltelijk uitstel en tot een geldboete van 8.000 euro met uitstel, en tot betaling aan de burgerlijke partij van 1 euro definitief als morele schadevergoeding.

Deze uitspraak is definitief.