De rechtbank heeft vier beklaagden bij verstek veroordeeld voor mensenhandel wegens uitbuiting van de bedelarij. De vier Roemeense beklaagden vormden één familie, die de bedelarij van Roemeense landgenoten met een fysieke handicap organiseerde en uitbuitte. Door middel van observaties werd hun modus operandi aan het licht gebracht. De beklaagden en de slachtoffers begaven zich naar een drukke en publieke plaats. Ze hielden de slachtoffers vanop een zitbank of tram- en bushalte constant in het oog. De slachtoffers gingen af en toe naar de beklaagden om discreet hun inkomsten af te geven. In ruil kregen ze dan soms iets te eten of te drinken. Ze woonden in erbarmelijke omstandigheden in bij de daders. Daarnaast zouden de beklaagden vanuit Roemenië andere bedelaars naar hier hebben gehaald. Die werden door hun andere familieleden uitgebuit.

De vier daders werden bij verstek allen tot een gevangenisstraf van vijf jaar veroordeeld. Daarnaast kregen ze een geldboete opgelegd en werden ze uit hun rechten ontzet. De rechtbank sprak ook een effectieve verbeurdverklaring uit voor 39.868 euro. Dat is het bedrag dat de familie op vijftien maanden met de bedelarij zou verdiend hebben. Myria, dat zich burgerlijke partij stelde in deze zaak, kreeg een symbolische schadevergoeding van één euro.

Het tribunaal heeft bij verzet een gelijkaardige vonnis uitgesproken op 19 mei 2016.