Dit dossier gaat over feiten van mensensmokkel met bootjes op de Noordzee. De vijf beklaagden hadden de Iraanse of een onbekende nationaliteit. Meerderen onder hen verbleven in Duitsland. Twee van hen lieten verstek.

In mei 2020 werden twee beklaagden aangetroffen in hun auto met materiaal voor mensensmokkel. Uit info van de Duitse politie bleek dat andere beklaagden eveneens waren aangetroffen met materiaal in hun wagen. Een van de bootjes, dat was aangekocht door een beklaagde, werd eerder al door de Britse kustwacht onderschept. Van de Duitse politiediensten werd er vernomen dat bij een bepaalde sportwinkel meerdere buitenboordmotoren waren aangekocht. Bij een andere winkel waren er meerdere boten verkocht aan dezelfde persoon. Op de gsm’s van de beklaagden vond de politie foto’s van boten en zwemvesten.

Een van de beklaagden kocht al gedurende een langere periode boten en motoren en organiseerde de smokkeloperaties, zelfs met Vietnamezen. Tussen augustus en september 2020 had hij voor 10.000 euro aan boten gekocht bij een winkel, bleek uit het onderzoek.

De beklaagden werkten samen met een persoon die zich in Calais bevond en daar slachtoffers ronselde om hen tegen betaling met een rubberboot naar het VK te smokkelen. De boten waren niet geschikt om de oversteek te maken.

De beklaagden werkten samen met een persoon die zich in Calais bevond en daar slachtoffers ronselde om hen tegen betaling met een rubberboot naar het VK te smokkelen. De boten waren niet geschikt om de oversteek te maken.

De rechtbank beoordeelde de feiten op basis van de bevraging van de ANPR-camera’s, de resultaten van de retro’s, resultaten van de uitlezing van in beslag genomen gsm-toestellen, aangetroffen WhatsApp-conversaties, foto’s op de gsm’s van rubberboten en buitenboordmotoren, foto’s van Google Maps, het feit dat sommige beklaagden waren aangetroffen in een auto met smokkelmateriaal, ongeloofwaardige en tegenstrijdige verklaringen van de beklaagden.

Ze oordeelde dat de feiten bewezen waren en dat de beklaagden duidelijk deel uitmaakten van een criminele organisatie. Ze kregen gevangenisstraffen tussen de zes jaar en de twaalf jaar en geldboetes tussen 96.000 euro en 240.000 euro.

Tegen deze beslissing werd verzet en beroep aangetekend.