In dit horecadossier heeft de rechtbank de beklaagde, een Chinees, veroordeeld voor mensenhandel en verschillende inbreuken op het sociaal strafrecht. Drie jaar lang had de beklaagde in zijn clandestien atelier waar Chinese schotels werden bereid, verschillende landgenoten die hier illegaal en zonder werkvergunning verbleven, geëxploiteerd.

Het dossier is aan het rollen gegaan na een contact tussen een gespecialiseerd opvangcentrum en de federale politie van Brussel. Een slachtoffer had zich aangeboden in het opvangcentrum en verklaard te zijn uitgebuit. Het slachtoffer vertelde vervolgens aan de speurders, dat hij samen met anderen al jaren werkte in een atelier op de gelijkvloerse verdieping van een huis in Brussel. De schotels werden verkocht aan verschillende lokale Chinese restaurants. De arbeids- en hygiënische omstandigheden waren erbarmelijk. Ze moesten zeven dagen op zeven, een tiental uur per dag werken voor een hongerloon (één à drie euro, al naargelang de persoon of de periode). De verklaringen van het slachtoffer werden gestaafd door andere elementen uit het dossier: verklaringen van vorige eigenaars van het gebouw, resultaten van huiszoekingen, telefoontaps.

Deze beslissing werd grotendeels bevestigd door het hof van beroep van Brussel in een arrest van 14 december 2011.