De zaak heeft betrekking op mensenmokkel georganiseerd door een samenwerkende groep Koerden. Ze gebruikten een vrij klassieke modus operandi: personen in irregulier verblijf van allerlei herkomst, waaronder kinderen, werden ’s nachts op vrachtwagens richting het Verenigd Koninkrijk gezet. In afwachting daarvan werden ze onder meer in safehouses ondergebracht. Ze organiseerden transporten ‘met garantie’ en ‘zonder garantie’. De transporten met garantie waren dubbel zo duur als de transporten zonder garantie. Bij de gewone transporten werden de slachtoffers op vrachtwagens gezet op verschillende snelwegparkings in het land zoals in Groot-Bijgaarden, Wetteren, Drongen … In tegenstelling tot in andere dossiers opereerden deze mensensmokkelaars ook vanop de parking van Westkerke. Omdat er weinig tot geen faciliteiten zijn op deze parking, werden er in de maïsvelden rond de parking tenten neergezet om aan de smokkelaars en slachtoffers onderdak te bieden.

Voor de transporten met garantie deed de organisatie beroep op een andere smokkelbende, die opereerde vanuit Nederland. De eerste smokkelbende bracht de slachtoffers naar De Panne, waar ze werden overgedragen aan de andere bende. Die laatste bracht hen dan naar Calais, waar de vrachtwagenchauffeur hen opwachtte. De slachtoffers werden vervolgens verstopt in de slaapcabine van de vrachtwagenchauffeur. Er werden ook slachtoffers in koelcontainers verstopt. Ze liepen het risico te stikken omdat de lucht daarin na enige tijd opraakt. Er werd niet alleen geweld gebruikt tegen de slachtoffers maar ook tegen toevallige passanten die in de weg liepen, en tegenover de politie.

In deze zaak kunnen dus twee grote groepen worden onderscheiden: enerzijds de groep rond de eerste beklaagde en anderzijds de groep rond de tweede beklaagde. Ze opereerden onafhankelijk van elkaar maar werkten wel nauw samen en er was ook onderling personeelsverloop. De smokkelslachtoffers werden via diverse kanalen aangeleverd. Elke leverancier had zijn eigen structuur en gebruikte zijn eigen schuilplaatsen (safehouses).

De rechtbank veroordeelde deze Iraakse bende voor mensensmokkel met verzwarende omstandigheden. De rechter sprak zware en effectieve gevangenisstraffen uit, onder meer door te verwijzen naar het extreem gewelddadig karakter van de smokkelbende. De hoofdbeklaagden kregen gevangenisstraffen tussen negen en twaalf jaar. Een van de beklaagden werd ook vervolgd voor poging tot opzettelijke doding van enkele politieagenten maar werd daarvoor vrijgesproken.

Myria, dat zich burgerlijke partij stelde kreeg een symbolische euro schadevergoeding.

Deze beslissing werd in beroep bevestigd door het hof van beroep van Brussel met een arrest van 16 januari 2013, nadat  enkele wijzigingen aangebracht waren.