De zaak heeft betrekking op mensenmokkel georganiseerd door een samenwerkende groep Koerden. Ze gebruikten een vrij klassieke modus operandi: personen in irregulier verblijf van allerlei herkomst, waaronder kinderen, werden ’s nachts op vrachtwagens richting het Verenigd Koninkrijk gezet. In afwachting daarvan werden ze onder meer in safehouses ondergebracht. Ze organiseerden transporten ‘met garantie’ en ‘zonder garantie’. De transporten met garantie waren dubbel zo duur als de transporten zonder garantie. Bij de gewone transporten werden de slachtoffers op vrachtwagens gezet op verschillende snelwegparkings in het land zoals in Groot-Bijgaarden, Wetteren, Drongen …

Het hof van beroep bevestigde het vonnis van 27 juni 2012 door de correctionele rechtbank van Brussel die de verdachten had veroordeeld voor mensensmokkel met verzwarende omstandigheden, maar bracht enkele wijzigingen aan. De gevangenisstraffen werden gemilderd. Zo kreeg de hoofdbeklaagde die in eerste aanleg tot 12 jaar was veroordeeld, in beroep een straf van zeven jaar opgelegd.