De rechtbank heeft de tenlastelegging mensenhandel en tenlasteleggingen op vlak van sociaal strafrecht aangenomen tegenover drie beklaagden en een bedrijf, dat Bulgaarse werknemers in de transportsector uitbuitte.

De hoofdbeklaagde had een bedrieglijke constructie opgezet, waarbij een Bulgaars transportbedrijf prestaties leverde aan een Belgische firma met gedetacheerde chauffeurs en mecaniciens. In feite ging het om illegale tewerkstelling en clandestien werk van Bulgaarse en Roemeense werknemers zonder werkvergunning vanuit België. Nooit was er sprake van een zelfstandig Bulgaars transportbedrijf in Bulgarije, net zo min als van enige substantiële activiteit (het ging om een brievenbusmaatschappij). De bevelen die chauffeurs en mecaniciens kregen, kwamen vanuit Zeebrugge, waar de effectieve maatschappelijke/exploitatiezetel was gevestigd.

Volgens de rechtbank is er wel degelijk sprake van mensenhandel: belofte van een laag loon, dat de chauffeurs meestal niet of niet volledig kregen, steeds vaker loonachterstallen en ongetwijfeld is het dan de precaire verblijfssituatie van de chauffeurs die ervoor heeft gezorgd dat er niets anders op zat dan zich te laten uitbuiten. Het minste voorwendsel was goed om loon in te houden (herstellingen aan het voertuig, overdreven brandstofverbruik,…). Chauffeurs kregen beperkte voorschotten uitbetaald om afhankelijk te blijven en wat ze kregen was zelf niet genoeg om rond te komen (bijv.: 70 euro voor drie volledige werkweken; 90, 200 en 600 euro voor een volledige maand werk,…).

Niet enkel het loon was mensonwaardig, ook de leefomstandigheden: de chauffeurs sliepen in hun vrachtwagen, vaak met twee en ze gebruikten de douches en de refter van het bedrijf, het onderdak dat ze kregen was een krotwoning. Ze moesten lange uren werken: 110 werkuren in 11 dagen, 12 à 13 uur per dag.

Het Centrum had zich in deze zaak burgerlijke partij gesteld en kreeg voor materiële en morele schade samen, 2.500 euro.

Deze beslissing werd tenietgedaan door het hof van beroep te Gent op 7 januari 2016.