Ook al werden de feiten in deze zaak niet gekwalificeerd als mensenhandel met oog op het doen plegen van misdrijven, toch is het interessant om deze te publiceren.

De zaak draait immers rond een Roemeense criminele organisatie met als oogmerk het plegen van diefstallen. Ze ronselden arme Roemeense mensen om naar België te komen, onder het voorwendsel dat ze hier geld konden verdienen. Ze gaven hun identiteitsdocumenten aan de hoofdbeklaagde, die voor hen het transport regelde. Tweemaal per week reed hij met een vaste chauffeur naar België. De documenten van de slachtoffers hield hij in zijn bezit, zodat ze niet konden vluchten. Na hun aankomst moesten ze hun schuld vergoeden door winkeldiefstallen te plegen. De gestolen goederen werden verkocht in Roemenië.

Eén Roemeens meisje, de vriendin van één van de beklaagden, werd gedwongen om zich te prostitueren. Ze werd naar België gelokt in de veronderstelling dat ze hier werk als kledingverkoopster zou vinden, maar bij haar aankomst werd haar identiteitskaart afgenomen en daarna moest ze zich prostitueren om de gemaakte kosten terug te betalen. Ze werd bedreigd en geslagen.

In het vonnis voor de correctionele rechtbank in Turnhout stonden de beklaagden terecht voor de volgende tenlasteleggingen: deel uitmaken van een criminele organisatie; mensenhandel met het oog op de seksuele uitbuiting; en misdrijven plegen, met name winkeldiefstallen. Ze stonden niet terecht voor mensenhandel met het oog op het doen plegen van misdrijven. De rechtbank achtte alle tenlasteleggingen bewezen, zij het niet ten aanzien van alle beklaagden. Er werden gevangenisstraffen opgelegd van één tot vijf jaar. Twee beklaagden werden vrijgesproken.

Het hof van beroep van Antwerpen heeft ook zich uitgesproken in deze zaak in een arrest van 24 januari 2013.