In deze bijzonder gewelddadige zaak van mensenhandel, werden verschillende Roemeense beklaagden veroordeeld voor mensenhandel en criminele organisatie. Deze beklaagden buitten de prostitutie van Roemeense jonge vrouwen uit. De vrouwen, die in een precaire familiale en financiële situatie zaten en op zoek waren naar een beter leven, werden geronseld onder het mom van een job in de landbouw in Portugal. Heel snel kwamen ze in contact met de hoofdbeklaagde, aan wie ze verkocht waren. Ze werden onder dwang en seksueel geweld, verplicht zich in verschillende bars te prostitueren. Hun opbrengsten moesten ze afstaan aan de beklaagde. Een van de slachtoffers werd, tot twee keer toe, tot abortus gedwongen. Regelmatig werden ook hun families bedreigd. De slachtoffers konden zich niet vrij bewegen en mochten ook geen telefonisch contact opnemen met hun familie. Elke beklaagde had een bepaalde functie: één besliste welke meisjes werden aangekocht en in welke vitrine ze belandden, een andere stond in voor het transport naar de bars, één moest de meisjes in het oog houden, en nog een andere zei hen hoe ze zich moesten kleden, … Een slachtoffer kreeg een morele schadevergoeding van 5.000 euro en materiële schadevergoeding van 25.000 euro. Twee andere kregen 5.000 euro wegens morele schade.

Het hof van beroep van Brussel heeft deze veroordelingen van eerste aanleg gedeeltelijk bevestigd in een arrest van 13 november 2013.