De rechtbank heeft acht beklaagden van Roemeense afkomst veroordeeld die samen een criminele organisatie vormden die zich schuldig maakte aan mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting. De slachtoffers werden in Roemenië geronseld door hun ‘partner’ die hen een job voorspiegelde in de horeca of als poetsvrouw. Eenmaal in België moesten ze zich prostitueren. Dat ging gepaard met slagen, verkrachtingen, afstaan van de inkomsten uit prostitutie, geen vrijheid om te komen of te gaan en bedreigingen ten aanzien van hun familie in Roemenië. Een aantal slachtoffers gaven vrijwel onmiddellijk duidelijke en gedetailleerde verklaringen, anderen waren aarzelend gelet op hun ‘band’ met beklaagden maar de rechtbank doorprikte, aan de hand van de gegevens in het strafdossier, deze gereserveerde houding.

De meeste beklaagden kregen straffen tussen de vier jaar en dertig maanden, maar de hoofdbeklaagde werd veroordeeld tot acht jaar gevangenis.