Myria vraagt de Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele redders om enige openheid aan de dag te leggen bij de interpretatie van het begrip ‘opzettelijke gewelddaad’ voor slachtoffers van mensenhandel met het oog op economische uitbuiting.
De verzoeker moet het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad en hierdoor ernstige lichamelijke of psychische schade ondervinden. Noch de voorbereidende werken, noch de wettekst definiëren echter  'gewelddaad’. Die vereiste vormt een groot struikelblok voor slachtoffers van mensenhandel met het oog op economische uitbuiting. Myria vraagt dat er nagedacht wordt over een betere definitie of een aanpassing van de wet zodat alle slachtoffers van mensenhandel, een effectieve toegang krijgen tot het Fonds.