In dit dossier worden de beklaagden beschuldigd van de illegale tewerkstelling van jonge Poolse vrouwen in hun ‘meedrinkzaak’.

Het hof van beroep wijst grotendeels de beslissing uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren van 26 november 2009, die de beschuldigden vrij had gesproken van de tenlastelegging mensenhandel strafbaar gesteld door artikel 433 quinquies van het Strafwetboek. Het hof is van oordeel dat er wel degelijk sprake was van mensenhandel. De beklaagden hadden immers huisvesting voor de slachtoffers voorzien en hen in hun meedrinkzaak tewerkgesteld. Hun vergoeding bestond vooral uit gratis maar ongezonde en dus mensonwaardige huisvesting.