In deze zaak van uitbuiting van prostitutie van een Roemeense jonge vrouw heeft de rechtbank de tenlastelegging mensenhandel en diverse inbreuken inzake prostitutie aangenomen tegen een beklaagde. Die had de jonge vrouw geronseld met de belofte op een baan als danseres. Hij had haar valse identiteitspapieren gegeven en de reis georganiseerd. Ze moest zich prostitueren in een bar in de Aarschotstraat. Met haar prostitutieopbrengsten moest ze de vitrinetaks van 240 euro betalen en de rest gaf ze af aan de beklaagde. De beklaagde is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden en een boete van 1.000 euro. De rechtbank kent de burgerlijke partij ex aequo et bono een bedrag toe van 2.000 euro wegens morele schade.

Dit vonnis is definitief.