In dit dossier werd een Belgisch-Thais koppel vervolgd voor mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting met verschillende verzwarende omstandigheden, zoals werving met het oog op prostitutie, het houden van een huis van ontucht of prostitutie, valsheid in geschrifte en verschillende misdrijven tegen het sociaal strafrecht.

De rechtbank veroordeelt hen voor alle betichtingen. Wat mensenhandel betreft, was aangetoond dat de beklaagden jonge Thaise vrouwen hadden geronseld om ze vervolgens seksueel uit te buiten in hun verschillende massagesalons. Van een aantal van die vrouwen hadden ze de reis vanuit Thailand betaald. Die kosten moesten ze dan terugbetalen door de taken uit te voeren die de beklaagden hen in de massagesalons opdroegen. Bovendien verbleven ze alle in onwettig verblijf op het Belgische grondgebied, wat de beklaagden maar al te goed wisten.

De jonge vrouwen moesten geen traditionele massages doen maar wel body to body massages, die eindigden met seksuele stimulatie (masturbatie, anale stimulatie). De instructies van de beklaagden in die richting waren duidelijk.

De rechtbank spreekt verder ook een straf van verbeurdverklaring uit van een overeenstemmend bedrag van 83.811, 25 euro, waarvan de helft met uitstel. Een jonge vrouw die zich burgerlijke partij had gesteld kreeg ex aequo et bono 2.500 euro toegewezen.

Er wordt beroep aangetekend tegen deze beslissing.