Volgens Myria is een toezichtsorgaan idealiter onafhankelijk op institutioneel, operationeel, functioneel en financieel vlak. Rapportage en het afleggen van verantwoording (indien nodig) gebeurt in een dergelijke situatie aan het parlement en niet aan de regering, men kan de te controleren verwijderingspogingen zelf bepalen, er is geen sterke band tussen de instantie die controleert en de gecontroleerde instantie, en de financiering wordt op onafhankelijke wijze bekomen.

De AIG heeft, zoals voormeld, beperkte middelen voor de uitvoering van de controle op de verwijdering. Voor een effectief toezichtsmechanisme moet men evenwel beschikken over voldoende en structureel verankerde middelen om de verwijderingspogingen te monitoren.

Myria herhaalt bovendien zijn aanbeveling dat een objectief bewakingssysteem via video-opname van elke verwijderingspoging moet worden ingevoerd, minstens op de meest gevoelige plaatsen. Deze aanbeveling werd in het verleden al gedaan door – onder andere – het VN-Comité tegen foltering. Sinds een wetswijziging in 2018 zijn de mogelijkheden inzake het gebruik van video-opnames, al dan niet via bodycam, uitgebreid.

Een goede communicatie tussen de toezichthouders en de personen die verwijderd worden is essentieel, onder meer zodat deze de rol van de toezichthouders goed kunnen begrijpen. Dat wordt onmogelijk in situaties waarin de persoon die verwijderd wordt de talen die de AIG spreekt niet begrijpt. In dergelijke gevallen acht Myria de aanwezigheid van een onafhankelijke tolk aangewezen.

Myria beveelt aan dat, om een zo groot mogelijke onafhankelijkheid te garanderen, voor een effectief onafhankelijk toezichtsmechanisme geen beroep wordt gedaan op detacheringsmechanismen vanuit de politiediensten.

Het baart Myria zorgen dat personen die verwijderd worden niet altijd begrijpen wat de rol van de AIG precies is en dat haar leden niet steevast eenvoudig visueel te onderscheiden zijn van de personeelsleden van de luchtvaartpolitie.

Myria beveelt aan dat, in toepassing van de verplichtingen ingevolge de wet op het politieambt, de leden van de AIG altijd visueel te onderscheiden en individueel identificeerbaar zijn.

Myria meent dat het toezichtsmechanisme op de verwijderingen waar mogelijk verder geobjectiveerd en gestructureerd dient te worden. Om dat te faciliteren, beveelt Myria aan dat een checklist met wettelijke vereisten waaraan elke verwijderingspoging moet voldoen opgesteld wordt. Daarop wordt elk incident duidelijk omschreven en worden, minstens bij ernstige incidenten, de zienswijzen van de AIG, de politie en de persoon die verwijderd wordt weergegeven. Een (niet-exhaustief) voorstel van een dergelijke checklist wordt toegevoegd als bijlage bij dit rapport.

Myria beveelt aan dat een duidelijke database en een dito begrippenkader voor de controles en jaarverslagen ontwikkeld worden en consequent gebruikt worden, zodat de informatie over gebruik van dwang, verzet, geannuleerde verwijderingen en dergelijke gecontextualiseerd en vergelijkbaar wordt. Volgens Myria zouden deze documenten op de website van de AIG moeten worden gepubliceerd.