Het advies herneemt Myria’s algemene aanbevelingen inzake het Europese asielbeleid en focust op enkele juridische bedenkingen. Concreet vraagt Myria zich af of het wetsvoorstel het principe van internationale samenwerking en het delen van verantwoordelijkheid tussen staten respecteert. Daarnaast benadrukt Myria dat het Deense regelgevende kader verschilt van het Belgische. Denemarken maakt namelijk geen deel uit van het Gemeenschappelijke Europese Asielstelsel en is dus niet altijd gebonden door het EU-acquis inzake asiel en migratie.   

Het voorstel lijkt ook strijdig te zijn met het concept van ‘veilig derde land’, aangezien de EU-regelgeving (aldus bevestigd door het Hof van Justitie) daarbij een band met het derde land vereist. Een individu terugsturen naar een derde land waarmee het geen enkele band heeft lijkt juridisch dus niet haalbaar. Het voorstel lijkt evenmin verenigbaar met andere EU-wetgeving inzake internationale bescherming. Tot slot stelt Myria zich de vraag in hoeverre het voorstel een oplossing biedt voor de huidige problemen en hoe het de toegang tot een efficiënte asielprocedure kan verzekeren.