Mensenrechten, ook voor alleenstaande mannelijke asielzoekers
Het Federaal Migratiecentrum Myria, het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM), de federale Ombudsman, Unia, het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, het Kinderrechtencommissariaat, de Délégué général aux droits de l’enfant en het interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede betreuren de beslissing om alleenstaande mannen in de asielprocedure tijdelijk uit te sluiten van hun recht op opvang. De maatregel dreigt deze mensen verder in precaire en mensonwaardige omstandigheden te duwen, vergroot de bestaande problematiek van dak- en thuisloosheid en bemoeilijkt een degelijke asielprocedure. Bovendien is het probleem fundamenteler: in deze opvangcrisis wordt het kader van de rechtsstaat verlaten. De federale regering kiest voor een algemene maatregel die manifest in strijd is met de wet en de mensenrechten en schikt zich nadrukkelijk niet naar vonnissen en arresten.
Mensen op de vlucht die in België internationale bescherming aanvragen hebben recht op opvang gedurende hun asielprocedure. Het recht op menselijke waardigheid is onder meer verankerd in de Belgische Grondwet en internationale mensenrechteninstrumenten. Voor mensen op de vlucht betekent dit in essentie ‘bed, bad, brood’ en begeleiding. Dit werd als dusdanig vastgelegd in de Belgische opvangwet en in de EU-regelgeving.
Wanneer België of een andere lidstaat in bepaalde omstandigheden niet in staat is om ‘bed, bad, brood’ te bieden, kunnen zij asielzoekers uitzonderlijk bepaalde financiële steun geven. Door alleenstaande mannen, zij het tijdelijk, uit te sluiten van opvang kiest de Belgische overheid ervoor deze of andere wettelijke mogelijkheden niet te benutten.
De federale regering bevestigde afgelopen vrijdag de eerder aangekondigde maatregel, maar gaf daarbij aan dat deze maatregel ‘tijdelijk’ zou zijn. De realiteit is echter dat de opvang van alleenstaande mannen al bijna twee jaar zeer problematisch is. Alleenstaande mannen moesten nu al maanden wachten voor ze toegang kregen tot een opvangplaats. Met deze recente beslissing gaat de overheid nog verder door via een algemene maatregel zelfs geen opvang meer in het vooruitzicht te stellen.
Mensenrechten zijn er zo blijkbaar niet voor alleenstaande mannen. Zij moeten op straat leven in afwachting van een antwoord op hun asielaanvraag, zonder basisvoorzieningen en nu ook zonder enig perspectief op opvang.
Minderjarigen hebben vandaag nog toegang tot de opvang, maar de vrees leeft dat de komende periode ook opnieuw gezinnen, kinderen en alleenstaande jonge mannen op straat zullen komen te staan, zoals in het najaar van 2022. Vaak gaat het over jonge mannen waarvan de autoriteiten twijfelen of ze wel minderjarig zijn. Zij worden dan behandeld als volwassenen en riskeren geen opvang meer te krijgen en blootgesteld te worden aan heel wat risico’s. Ook zij hebben een kwetsbaar profiel. We merkten ook in de vorige crisis dat verschillende kwetsbare profielen zo tegen elkaar worden uitgespeeld.
Deze aanhoudende humanitaire crisis vraagt om een ingrijpender en toereikender optreden van de overheden.
Deze beslissing kan ook een bijzonder negatieve impact hebben op de asielprocedure die deze mensen doorlopen. Een asielprocedure begrijpen, voorbereiden en doorlopen vergt heel veel van asielzoekers. Hun verklaringen moeten juist en precies zijn, omdat die anders als ongeloofwaardig kunnen overkomen. Bewijselementen spelen een belangrijke rol. Zij moeten alle identiteitsdocumenten kunnen voorleggen waarover ze beschikken en moeten hun verklaringen kunnen staven. Aan het verhoor gaat een belangrijke mentale en praktische voorbereiding vooraf, en dat gaat gepaard met grote onzekerheid. Verwachten we van asielzoekers dat dit gebeurt zonder toegang tot informatie terwijl ze zich moeten focussen op overleven, overnachting, voeding, veiligheid, hygiëne en medische verzorging?
Opvang laat net toe dat mensen hun asielprocedure in enigszins rustige, veilige en omkaderde omstandigheden kunnen voorbereiden en hiernaar nadien kunnen terugkeren. De opvang zorgt er ook voor dat de verzoekers daar alle kennisgevingen over de asielprocedure ontvangen en deze kunnen beantwoorden. Zonder adres dreigen ze kennisgevingen over hun procedure te missen, en daardoor te worden afgewezen enkel omdat zij niet heel regelmatig contact opnemen met de autoriteiten om de stand van hun procedure te kennen.
Rechters die zich moesten buigen over de rechtszaken van mensen op de vlucht die geen opvang kregen lieten niet na Fedasil en de Belgische Staat te veroordelen. Meer dan 7.000 keer gingen arbeidsrechtbanken over tot een veroordeling en de verplichting om opvang te bieden aan verzoekers om internationale bescherming. Ruim 1.000 keer ging ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over tot voorlopige maatregelen tegen België.
Desondanks moesten veel mannen ook na een rechterlijke uitspraak nog lange tijd op opvang wachten.
In de zaak-Camara veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens België daarover ten gronde omdat het de rechtsstaat en het recht op een eerlijk proces niet respecteerde. Het Hof erkende de moeilijke situatie waarin de Belgische Staat zich bevindt en de inspanningen die het al geleverd heeft, maar kon de termijn van enkele maanden tussen de rechterlijke uitspraak om opvang te bieden en de opvang zelf niet als redelijk beschouwen.
Het Hof sprak forse taal en had het over een “systemisch falen van de Belgische autoriteiten om definitieve rechterlijke beslissingen uit te voeren”. Het oordeelde dat de autoriteiten niet alleen hebben getalmd, maar op manifeste wijze weigerden om gevolg te geven aan de bevelen van de nationale rechter, waardoor zij de essentie zelf van het recht op een eerlijk proces hebben ondermijnd.
De staatssecretaris en de federale regering leggen het arrest naast zich neer, en beslissen nu alle alleenstaande mannen volledig uit te sluiten van opvang. Dit is in strijd met de beginselen van de rechtsstaat. Wanneer de overheid zelf de rechterlijke beslissingen niet respecteert, kan dit leiden tot een cultuur van niet-naleving en veronachtzaming van het recht tot ver voorbij het asiel en- migratiedomein.
In december 2022 trokken een reeks mensenrechteninstellingen aan de alarmbel over de opvangcrisis, en deden ze tal van aanbevelingen die vandaag actueel blijven.
Intussen duurt deze crisis bijna twee jaar, en blijven structurele oplossingen uit, zodat asielzoekers nog altijd op straat moeten slapen. Omdat de overheid de beginselen van de rechtsstaat loslaat, luiden acht mensenrechteninstellingen nu opnieuw de alarmbel.
Ze vragen de federale regering met aandrang en grote urgentie om een einde te maken aan deze onwettige situatie, te handelen in overeenstemming met de rechtsstaat en hun (internationale) verplichtingen.
Zorg ervoor dat asielzoekers opvang krijgen en de mogelijkheid om hun asielprocedure correct af te handelen. Ook alleenstaande mannen.
English version: Human rights also apply to single men seeking asylum