In deze zaak doet het hof van beroep uitspraak bij verstek. De Roemeense beklaagde was in eerste aanleg veroordeeld wegens mensenhandel met het oog op de exploitatie van de bedelarij (vonnis van 21 september 2010 van de correctionele rechtbank van Brussel). Hij werd vervolgd voor het ronselen en uitbuiting van de bedelarij door een gehandicapte landgenoot. Het hof herkwalificeert de betichting op basis van artikel 433ter van het Strafwetboek en beschouwt ze als bewezen.