Myria beveelt daarnaast aan dat banken actief informatie zouden verstrekken over de mogelijkheid om een basisbankrekening te openen indien een toekomstige klant zo’n bankrekening wenst te openen, en in geval van weigering, over de beroepsmogelijkheden. Dat kan eventueel gepaard gaan met een algemene informatiecampagne en duidelijke, voor het publiek beschikbare informatie. Banken moeten worden gecontroleerd of zij de informatieverplichting die nu al voorzien is in de wet naleven, en indien niet, daarvoor worden gesanctioneerd.

Myria beveelt aan dat de wet wordt aangepast zodat banken verplicht worden om de reden voor de weigering van een (basisbank)rekening schriftelijk mee te delen, ook indien de weigering te wijten is aan het niet bezitten van de juiste identiteits- of verblijfsdocumenten en indien er geen aanwijzingen zijn van witwaspraktijken. Banken moeten daarbij consequent gebruikmaken van het aanvraagformulier van de basisbankdiensten, en de weigering schriftelijk motiveren, zoals de wet voorziet, aangezien dat essentieel is voor klanten om gebruik te kunnen maken van hun beroepsmogelijkheid bij de toezichthoudende autoriteiten. Myria vraag dat banken daarop worden gecontroleerd en zo nodig gesanctioneerd door de toezichthoudende autoriteiten.

Myria beveelt aan dat de drempel om een beroep bij Ombudsfin in te dienen tegen een weigering van een basisbankrekening moet worden verlaagd en de procedure sneller moet verlopen. Zo zou een louter begin van bewijs van weigering (bijvoorbeeld een verklaring van een maatschappelijk werker) al voldoende moeten zijn om een klacht in te kunnen dienen.

Myria beveelt aan dat banken zorgen voor een goede informatiedoorstroming en opleiding van hun personeel in de lokale filialen, eventueel in samenwerking met gespecialiseerde organisaties, zoals bijvoorbeeld Febelfin, rond de identificatieverplichtingen en de voor te leggen identificatiedocumenten, en specifiek ook rond verblijfsdocumenten van vreemdelingen.