In deze amicus curiae, verstuurd naar het Hof, analyseert Myria in detail de procedure tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid (UDN) aan de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) met betrekking tot het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel. Op basis van de legislatieve (ontbreken van opschortend oproep) en praktische (geen automatische aanstelling van een advocaat voor aangehouden vreemdelingen) lacunes, concludeert Myria dat de huidige procedure niet in overeenstemming is met een daadwerkelijk rechtsmiddel. Helaas heeft het Hof in november 2016 besloten geen uitspraak te doen over de grond van de zaak omdat de advocaat van de verzoekers geen contact had met zijn cliënten. Deze beslissing werd genomen met twaalf stemmen tegen vijf. De vijf tegenstemmende rechters, waaronder de Belgische rechter Paul Lemmens, waren van oordeel dat het Hof over belangrijke beginselen zou moeten beslissen, zoals het begrip "verdedigbare grieven" en het begrip daadwerkelijk rechtsmiddel. De bijdrage van Myria, die het Hof voorstelde om deze ideeën te verduidelijken, blijft zeer actueel. Het document bestaat alleen in het Frans.