In dit horecadossier heeft het hof van beroep de beslissing bevestigd uit eerste aanleg van de correctionele rechtbank van Brussel van 29 juni 2011. Die had de beklaagde, een Chinees, veroordeeld voor mensenhandel en verschillende inbreuken op het sociaal strafrecht. Drie jaar lang had de beklaagde in zijn clandestien atelier waar Chinese schotels werden bereid, verschillende landgenoten die hier illegaal en zonder werkvergunning verbleven, geëxploiteerd.

Ook wordt een straf van verbeurdverklaring uitgesproken van een overeenstemmend bedrag van 144.000 euro (waarde van het vermogensvoordeel die rechtstreeks uit het misdrijf is verkregen).

Het hof wijst aan de burgerlijke partijen grote bedragen voor materiële en morele schadevergoeding toe.