Regionaal aanknopingspunt

De vestiging waar de buitenlandse werknemer tewerkgesteld wordt bepaalt welk gewest bevoegd is voor de aanvraag.

Heeft de werkgever meerdere vestigingen, dan is het gewest waar de werknemer hoofdzakelijk tewerkgesteld wordt bevoegd. Als de voornaamste plaats van tewerkstelling niet kan worden bepaald, dan is het gewest bevoegd waar de maatschappelijke zetel van de onderneming ligt. Wanneer de werkgever geen maatschappelijke zetel of vestiging in België heeft, is het gewest bevoegd waar de werknemer zijn activiteiten zal uitoefenen.

De aanvraag gebeurt bij de bevoegde gewestelijke dienst:

Wederzijdse erkenning

De gewesten erkennen wederzijds elkaars afgeleverde vergunningen. De toelating tot arbeid voor bepaalde duur geldt voor de tewerkstelling voor dezelfde werkgever op het hele Belgische grondgebied.

Indiening van de aanvraag

De aanvraag wordt ingediend door de werkgever bij het bevoegde gewest samen met het aanvraagformulier en de gevraagde documenten. Als het dossier volledig is, ontvangt de werkgever een ontvankelijkheidsbeslissing. Die vormt het beginpunt van de behandelingstermijn van in principe 120 dagen. Voor specifieke werknemers gelden er andere termijnen, zoals bijvoorbeeld voor intra-corporate transferees, seizoenarbeiders, bluecard-houders, onderzoekers, bepaalde categorieën van familieleden, stagiaires en vrijwilligers.

Geeft het gewest toelating tot arbeid, dan gaat het dossier naar DVZ. Valt er geen beslissing binnen de termijn van 120 dagen, dan is de beslissing automatisch positief.

Beslissing

Een beslissing tot toekenning van een vergunning gebeurt met een bijlage 46 of met een bijlage 47 en wordt betekend door DVZ aan de aanvrager. De ambassade of de gemeente wordt op de hoogte gebracht van de beslissing: de ambassade levert ambtshalve een visum af, de gemeente levert de gecombineerde vergunning (elektronische verblijfskaart) af als de werknemer zich aanbiedt. In afwachting van de aflevering van een elektronische verblijfskaart wordt een bijlage 49 afgeleverd. Hiermee mag een werknemer al beginnen werken. Op de elektronische verblijfskaart wordt vermeld of de persoon beperkte, onbeperkte of geen toegang heeft tot de arbeidsmarkt. Op de chip van de elektronische kaart staat ook het ondernemingsnummer van de werkgever en het dossiernummer bij het gewest.

Bepaalde of onbepaalde duur

Een toelating tot arbeid kan worden afgeleverd voor bepaalde duur of voor onbepaalde duur.

Bepaalde duur

In principe wordt een gecombineerde vergunning voor de duur van het arbeidscontract toegekend, en dat maximaal voor een periode van één jaar. Afhankelijk van het gewest wordt voor specifieke werknemers een gecombineerde vergunning voor drie jaar toegekend, onder meer voor hooggeschoolden en leidinggevenden.

Onbepaalde duur

Na een bepaalde periode gewerkt te hebben, kan een werknemer een arbeidskaart voor onbepaalde duur aanvragen. Afhankelijk van het gewest is dat na twee, drie of vier jaar. Met deze toelating kan de werknemer bij om het even welke werkgever in om het even welke functie werken. Langdurig ingezetenen uit een andere lidstaat kunnen al na twaalf maanden werken in België een toelating tot werk voor onbepaalde duur krijgen.

Let wel, een toelating tot werk voor onbepaalde duur betekent nog niet dat je een verblijf voor onbeperkte duur hebt. Het is de Dienst Vreemdelingenzaken die beslist wanneer je een verblijf van onbeperkte duur krijgt.  

Beroep

Indien in de eerste fase van de procedure het gewest de toelating tot arbeid weigert, kan er een beroep worden ingediend bij de bevoegde minister. Tegen een negatieve beslissing van de minister staat een beroep bij de Raad van State open binnen de 60 dagen. Wordt het dossier geweigerd door DVZ, dan kan een beroep worden ingediend bij de RvV.

Verlenging

Een verlenging gebeurt via een aanvraag bij het bevoegde gewest, in principe twee maanden op voorhand maar in de praktijk kan u dat beter al vroeger aanvragen. In afwachting van de verlenging wordt een bijlage 49 afgeleverd. Hiermee kan de werknemer al werken op voorwaarde dat het gewest een positieve beslissing genomen heeft over de toelating tot werk, in afwachting van de beslissing van DVZ over het verblijf. 

Intrekking

Indien een toelating tot arbeid wordt ingetrokken of niet verlengd wordt, wordt in principe ook de verblijfstitel ingetrokken. In de praktijk krijgt de persoon dan een bijlage 51 waarmee hij nog drie maanden op het grondgebied kan verblijven.