• Rekening houdend met de nauwe contacten die inherent zijn aan het groepsregime en met de infrastructuur van de gesloten centra, én met het oog op het vermijden van grote clusters van besmettingen, de ‘contactbubbels’ binnen de centra klein houden en ook het personeel zo weinig mogelijk in contact laten komen met meer dan 1 van deze ‘contactbubbels’.
  • Beschermingsmateriaal voor het personeel en voor de vastgehouden personen ter beschikking stellen (dat houdt ook in dat er op elk ogenblik toegang is tot warm water, zeep en/of handgels), alsook dat mondmaskers worden gedragen door personeelsleden wanneer ze in contact komen met personen in detentie.
  • Aangepaste kamers voor zieken inrichten binnen alle centra en de procedures van de verschillende centra inzake de medische follow-up harmoniseren en om voor zover mogelijk personen met symptomen permanent op te laten volgen door de medische dienst (of minstens door daartoe opgeleid personeel, zoals bijvoorbeeld ‘s nachts door veiligheidsagenten).
  • Externe actoren de kans geven bezoeken af te leggen, met inachtneming van de hygiëne- en preventieregels. Daarbij gaat het ook om de verschillende geaccrediteerde NGO’s, die zo snel mogelijk hun regelmatige bezoeken zouden moeten kunnen hervatten. Dat is van een nog wezenlijker belang binnen een context waarin vooralsnog niet in een landelijk preventiemechanisme is voorzien.
  • Niet overgaan tot vasthoudingen tenzij bij personen voor wie verwijdering mogelijk is binnen een redelijke termijn en bij wie detentie effectief slechts in laatste instantie toegepast wordt. Myria herinnert eveneens aan zijn aanbeveling om meer alternatieven voor detentie te ontwikkelen.
  • Transparanter werken in extreme situaties, zoals deze COVID-19-pandemie. DVZ zou tijdens dit soort crisis wekelijks gegevens moeten openbaar maken over het aantal personen dat wordt vastgehouden in gesloten centra, over het profiel van die mensen en heldere criteria moeten hanteren bij de vrijstellingen.
  • Het klachtensysteem dat momenteel van kracht is in de gesloten centra herzien. Een aangepast systeem zou voldoende garanties moeten bieden inzake de procedure, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, toegankelijkheid (zonder langs de directie van het centrum te moeten passeren) en transparantie.