Arbeidsparticipatie van vluchtelingen: geen tijd te verliezen
Vier jaar nadat ze hun statuut kregen, hebben de meeste vluchtelingen een job. Toch is de weg naar werk voor veel asielzoekers en erkende vluchtelingen nog lang en moeizaam. Tijd speelt een cruciale rol in hun socio-economische inschakeling. Hoe sneller ze voorbereid en ingeschakeld worden op de arbeidsmarkt, hoe beter hun verdere participatie. Dat blijkt uit het project CAREERS, een grootschalig onderzoek van de POD Wetenschapsbeleid (BELSPO) en het Federaal Migratiecentrum, uitgevoerd door de Université Libre de Bruxelles en de KULeuven.
Het onderzoek toont aan dat een snelle integratie op de arbeidsmarkt een positieve invloed heeft op de rest van de professionele loopbaan van asielzoekers. Geen tijd te verliezen dus. Maar de ervaring leert dat asielzoekers vaak lang moeten wachten om taallessen of andere beroepsopleidingen te volgen. Dat is een rem op een actieve loopbaan. Het Federaal Migratiecentrum pleit voor een snellere toegang tot opleidingen en voor een vereenvoudiging van de erkenning van diploma’s.
De resultaten tonen dus dat tijd een doorslaggevende rol speelt in hun socio-economische participatie. Hoe langer iemand in het land verblijft, hoe groter zijn kans op een actieve loopbaan en niet langer afhankelijk te zijn van een uitkering. Met de jaren neemt ook het aandeel white collar jobs toe in verhouding met blue collar jobs. Daarnaast doet het onderzoek enkele opmerkelijke vaststellingen: ○ Wie al werkt tijdens de asielprocedure ziet zijn kansen op een actieve loopbaan stijgen. ○ Asielzoekers hebben in Vlaanderen bijna dubbel zoveel kans om werk te vinden dan in Wallonië en Brussel. ○ Het statuut van vluchteling op zich verhoogt de arbeidskansen niet. ○ Asielzoekers uit Afrika maken meer kans op het vinden van een job dan mensen uit de Balkan of Centraal-Azië. ○ Single parents en vooral alleenstaande moeders hebben de grootste moeilijkheden om werk te vinden; bij de erkende vluchtelingen is één vrouw op vier een alleenstaande moeder. ○ De kansen op een actieve loopbaan nemen toe met de leeftijd, maar tot een bepaalde grens;
Door de gegevens van het Rijksregister te koppelen aan die van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid analyseerden de onderzoekers het socio-economische parcours van álle personen die tussen 2001 en 2010 in België een asielaanvraag deden en die er in december 2010 nog verbleven (108.856 personen in totaal waarvan 71.768 de leeftijd hadden om te werken). Hun periodes van tewerkstelling, werkloosheid en uitkering werden bestudeerd over verschillende jaren met als doel de factoren in kaart te brengen die hun arbeidskansen bevorderen of bemoeilijken.