Gezinshereniging van begunstigden van internationale bescherming in België
Dit is een update van een nota uit juni 2013 die werd opgesteld door het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen (BCHV-CBAR) in samenwerking met de Regionale Vertegenwoordiging voor West-Europa van het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR). Eind 2016 hield het BCHV-CBAR op te bestaan vanwege een stopzetting van zijn financiering. Sinds april 2017 is Myria (het Federaal Migratiecentrum) de nieuwe operationele partner van UNHCR België inzake gezinshereniging van begunstigden van internationale bescherming in België. Myria en UNHCR werkten deze nota dan ook samen bij.
We buigen ons over de procedure gezinshereniging zoals die is vastgelegd in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (wet van 15 december 1980). Daarbij behandelen we zes aspecten waarbij we eerst struikelblokken identificeren die de gezinshereniging van begunstigden van internationale bescherming kunnen vertragen of zelfs verhinderen. Vervolgens gaan we in op enkele denkpistes, om ten slotte ook aanbevelingen te formuleren. Die zijn erop gericht om de procedure voor gezinshereniging te verbeteren en te optimaliseren en om het recht op een gezinsleven van begunstigden van internationale bescherming effectief te waarborgen.
De vaststellingen en aanbevelingen in deze nota steunen op de praktijkervaring van het BCHV-CBAR, Myria en zijn partners dankzij hun begeleiding van begunstigden van internationale bescherming bij een aanvraag tot gezinshereniging voor hun gezinsleden. Ze houden ook rekening met de standpunten van UNHCR en de manier waarop hier op Europees niveau door de jaren heen is over nagedacht. Tot slot gaat dit document ook dieper in op een aantal aanbevelingen die al werden geformuleerd in het Memorandum op het gebied van bescherming van vluchtelingen, personen die subsidiaire bescherming genieten en staatlozen in België dat in juni 2014 door de Regionale Vertegenwoordiging van UNHCR voor West–Europa werd gepubliceerd.
UNHCR helpt de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van de Internationaal Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 1951 (Conventie van Genève). Het heeft een uitvoerend en coördinerend mandaat op het gebied van de internationale actie voor de bescherming van de vluchtelingen en het zoeken naar oplossingen voor hun problemen. In dat kader benadrukt UNHCR dat het essentieel is om de eenheid van het gezin te beschermen en de gezinshereniging van begunstigden van internationale bescherming te bevorderen.
De langdurige scheiding van begunstigden van internationale bescherming en hun familieleden kan nefaste gevolgen hebben voor hun welzijn. Die gevolgen hebben een impact op hun mogelijkheid om zich te integreren in het asielland, om actief bij te dragen tot de maatschappij en om hun leven terug op te bouwen. De gezinshereniging in het asielland is vaak de enige mogelijkheid om hun recht op gezinsleven en de gezinseenheid te waarborgen. UNHCR heeft hier dus een rechtstreeks belang bij en is gemandateerd om de lidstaten en de Europese instellingen te adviseren over de eenheid van het gezin en gezinshereniging.
In de context van zijn partnerschap met UNHCR geeft Myria juridisch en praktisch advies aan personen die betrokken zijn in een gezinsherenigingsprocedure of die hen professioneel begeleiden. Daarnaast treedt Myria ook op in individuele dossiers waarbij visa voor gezinshereniging en humanitaire visa worden aangevraagd. Die activiteiten gebeuren in overleg met UNHCR en de betrokken sociale diensten. Het samenwerkingsproject tussen UNHCR en Myria vormt ook een platform om meer zichtbaarheid te geven aan het thema gezinshereniging en de structurele problemen in dat verband. Daarbij handelt Myria niet alleen als een betrouwbare tussenschakel voor zijn partners, maar ook als een bemiddelaar tussen de verschillende betrokken actoren. De dialoog die het tot stand brengt met de bevoegde instanties (Dienst Vreemdelingenzaken en FOD Buitenlandse Zaken) wordt dan ook bijzonder op prijs gesteld. Tot slot formuleert Myria beleidsaanbevelingen aan de bevoegde instanties en overheden om het gezinsleven van begunstigden van internationale bescherming te beschermen.
De nota behandelt achtereenvolgens de volgende punten:
- de obstakels die zich opwerpen bij de indiening van een visumaanvraag;
- de enge definitie van de gezinsleden van een begunstigde van internationale bescherming en de lange en onzekere procedure voor humanitaire visa;
- de strenge voorwaarden tot gezinshereniging wanneer de aanvraag niet binnen de termijn van één jaar na de erkenning of de toekenning van de status van internationale bescherming kon worden ingediend;
- de complexiteit van het bewijzen van gezinsbanden en het regelmatige teruggrijpen naar DNA-tests;
- de moeilijkheid om de kosten van een gezinshereniging te financieren; en tenslotte de gezinshereniging bij een humanitaire crisis.
Ook de situatie van familieleden van begunstigden van internationale bescherming na hun aankomst in België, brengt problemen met zich mee. Dat laatste thema zal in een volgende nota worden behandeld.