In dit dossier werden twee vrouwelijke beklaagden vervolgd voor zowel mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting als mensensmokkel.

De zaak werd opgestart nadat in januari 2017 zeven Nigeriaanse meisjes zonder verblijf werden aangetroffen in een café in Antwerpen. In dezelfde periode was de politie in het kader van een ander dossier naar aanleiding van advertenties op een website binnengevallen in een hotel in Oostende waar ze verschillende Nigeriaanse meisjes aantrof die gedwongen werden geprostitueerd. De twee dossiers kenden raakpunten. Twee slachtoffers werden geïdentificeerd in dit dossier waarvan er één zich burgerlijk partij stelde.

De meisjes werden geronseld in Nigeria via een vriend van de eerste beklaagde en kwamen via een levensgevaarlijke route over de Middellandse zee vanuit Libië toe in Italië. Vanuit Italië werden ze naar België gebracht. Ze kregen een schuld toebedeeld van 30.000 euro die ze via gedwongen prostitutie moesten terugbetalen. Er werden voodoorituelen toegepast waarmee ze de meisjes en hun familie onder druk hielden. De eerste beklaagde bekleedde een hogere positie dan de tweede beklaagde. De laatste ontving regelmatig geld van de meisjes en maakte dit over aan de eerste.

Beide beklaagden werden schuldig bevonden voor de feiten door de correctionele rechtbank van Antwerpen op 14 augustus 2018. De tweede beklaagde werd bij verstek veroordeeld en diende verzet aan. De rechtbank kende in het verzetsvonnis een uitstel toe van 5 jaar voor een deel van de gevangenisstraf.