Het Centrum raadt aan het wettelijke systeem dat de aanvragen tot opheffing en schorsing van het inreisverbod organiseert te wijzigen, en wel om twee redenen. De eerste bedoeling is de personen die zijn blootgesteld aan het risico op wrede, onmenselijke en vernederende behandelingen of aan foltering, een middel te geven om snel de opheffing of schorsing van een inreisverbod te bekomen. Een tweede reden is het uitoefenen van het recht op gezinsleven. Dit om personen die op basis van de EU-wetgeving een recht op gezinshereniging hebben, en dus mogelijks een subjectief recht op een verblijfstitel, te garanderen dat ze de opheffing van hun inreisverbod kunnen verkrijgen. Dit laatste betekent concreet dat ermee wordt ingestemd dat de minister over een gebonden, en geen discretionaire, bevoegdheid beschikt.