In deze katern worden – na een diepgravende analyse van de cijfers – enkele markante kwesties behandeld inzake de toegang tot de Belgische nationaliteit in 2022 en 2023. Naar jaarlijkse gewoonte licht Myria toe hoeveel personen er Belg zijn geworden via de verschillende procedures om de nationaliteit te verwerven – toekenning, verklaring en naturalisatie (statistisch verwaarloosbaar). Die cijferanalyse werpt ook een licht op de verdeling naar geslacht bij de verschillende gevallen van nationaliteitsverklaring. Daaruit blijkt onder meer dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in situaties waarin economische participatie vereist is. Volgens Myria noopt deze vaststelling tot reflectie over de gelijkheid man-vrouw bij de toegang tot de Belgische nationaliteit. Daarnaast worden er twee zaken geanalyseerd waarin het Grondwettelijk Hof een einde heeft gemaakt aan een discriminatie bij de toegang tot het staatsburgerschap. Dat in de eerste plaats voor sommige analfabeten en vervolgens voor ouders – met name vrouwen – die ouderschapsverlof opnemen waar zij recht op hebben.   

Ruim tien jaar lang werd de toegang tot de Belgische nationaliteit in grote mate geweigerd aan een bijzonder kwetsbare groep vreemdelingen, namelijk analfabeten. Sinds 2013 is er immers zowel mondelinge als schriftelijke kennis van een van de landstalen vereist. In maart 2023 heeft het Grondwettelijk Hof evenwel geoordeeld dat het discriminerend is om bepaalde analfabeten op die basis uit te sluiten van het staatsburgerschap. Daarmee wordt een wetswijziging opgelegd waar Myria al lang op aandringt.  

Hou meer rekening met het hoger belang van het kind in alle procedures voor de verwerving of het verlies van de nationaliteit  

In een andere zaak werd de Belgische nationaliteit geweigerd aan een moeder omwille van het ouderschapsverlof dat zij opgenomen had om voor haar kind te zorgen. Het parket, dat aan de basis lag van die weigering, beschouwde haar ouderschapsverlof als een onderbreking van de door de wet vereiste vijf jaar onderbroken tewerkstelling. Die logica van het parket plaatst ouders (vooral moeders, want 65% van de ouders die ouderschapsverlof opnemen zijn vrouwen, tegenover 35% mannen) voor een moeilijke keuze: ofwel afstand doen van hun recht op ouderschapsverlof, ten koste van het recht van het kind om te genieten van maatregelen ter bevordering van zijn ontwikkeling, ofwel het ouderschapsverlof opnemen en zodoende de toegang tot het staatsburgerschap aanzienlijk vertragen – niet alleen voor henzelf, maar ook voor hun kinderen. Nu heeft het Grondwettelijk Hof een einde gemaakt aan die discriminatie: ouderschapsverlof mag niet als een onderbreking worden beschouwd.  

Uit andere voorbeelden van de recente rechtspraak die worden geanalyseerd blijkt dat de Belgische nationaliteit soms nog wordt geweigerd of ingetrokken zonder de grondrechten te respecteren of zonder terdege rekening te houden met het hoger belang van de betrokken kinderen. Zo kunnen personen in sommige gevallen hun nationaliteit verliezen zonder dat er in een beroepsmogelijkheid is voorzien. In een andere situatie bestaat er theoretisch wel een beroepsmogelijkheid, maar die is niet redelijkerwijs toegankelijk, omdat de termijn begint te lopen vanaf de bekendmaking van de maatregel in het Belgisch Staatsblad. Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat dergelijke situaties in strijd zijn met de grondrechten. Wanneer het om een kind gaat, moet er worden onderzocht of het verlies van de nationaliteit geen buitensporige gevolgen heeft voor het privé- en gezinsleven en voor de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Myria betreurt dat de wet nog niet is aangepast om al deze rechtenschendingen die het Grondwettelijk Hof heeft vastgesteld aan te pakken.    

Daarnaast beveelt Myria aan om in het Wetboek van de Belgische nationaliteit een bepaling op te nemen die van alle actoren (ambtenaren van de burgerlijke stand, administraties, rechters) vereist dat het belang van het kind wordt vooropgesteld in alle procedures voor toekenning, verkrijging en verlies van de nationaliteit.   

Het belang van deze aanbeveling wordt overigens onderstreept door een recent nieuwsfeit (dat niet is geanalyseerd in de katern): bepaalde gemeenten hebben de Belgische nationaliteit ingetrokken bij kinderen van Palestijnse origine die in België zijn geboren. Bij dergelijke beslissingen, die voortvloeien uit een initiatief van de Dienst Vreemdelingenzaken, wordt er helemaal geen rekening gehouden met het belang van deze kinderen, zoals het Agentschap Integratie en Inburgering (AgII), de Association pour le droit des étrangers (ADDE) en andere actoren uit de sector hebben onderstreept.