Begunstigden van internationale bescherming worden tijdens de vlucht uit hun land van herkomst doorgaans gedwongen om hun gezinsleden achter te laten. Daarbij verliezen ze soms zelfs elk spoor van hen. Gezinshereniging in het asielland is dan de enige mogelijkheid om die familiebanden te herstellen en in alle veiligheid opnieuw een gezinsleven op te bouwen.

De procedures voor gezinshereniging zijn evenwel lang en complex. Een moeilijkheid daarbij is de vereiste om in persoon te verschijnen voor het indienen van de aanvraag. Aangezien België niet in elk land een diplomatieke post heeft, moeten gezinsleden vaak noodgedwongen naar een verre post reizen die niet in hun land van verblijf ligt. Zeker wanneer zij dan door conflictgebieden dienen te trekken, levert dat lange, dure en soms bijzonder gevaarlijke verplaatsingen op. En vermits de procedure in stappen verloopt, dienen de betrokken gezinsleden zich vaak meerdere keren te wenden tot zo’n diplomatieke post, bijvoorbeeld om documenten af te geven, interviews te ondergaan, DNA-tests uit te laten voeren, en, als de aanvraag is goedgekeurd, visa af te halen. In een aantal gevallen slagen de gezinnen er niet in om binnen de gestelde termijnen de diplomatieke post te bereiken en moeten zij afzien van de procedure, waardoor ze elke kans op een hereniging aan zich voorbij zien gaan. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld bij Afghaanse onderdanen die de grootste moeite ondervinden om visa te krijgen voor hun reis naar de diplomatieke post in Pakistan of bij Syriërs in en rond de stad Afrin die een frontlinie moeten oversteken om naar het naburige Turkije of Libanon te trekken.

Sinds vele jaren pleit Myria ervoor dat begunstigden van internationale bescherming de aanvraag gezinshereniging in België zouden mogen indienen voor hun gezinsleden of toch tenminste dat de aanvraag elektronisch of via de post vanuit het land van herkomst zou mogen worden ingediend.
Zie bijvoorbeeld:

In zijn arrest C-1/23 dat op 18 april 2023 werd uitgesproken naar aanleiding van een prejudiciële vraag van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel (alleen in het Frans), verduidelijkt het Hof van Justitie dat het Unierecht zich verzet tegen een nationale regeling, zoals die in België geldt, waarbij gezinsleden van de gezinshereniger, in het bijzonder van een erkend vluchteling, zich in persoon naar de diplomatieke post moeten begeven om hun aanvraag in te dienen, ook in een situatie waarin het onmogelijk of uiterst moeilijk is om zich naar die post te begeven.

Volgens het Hof behouden de lidstaten wel de mogelijkheid om te eisen dat de partijen in een later stadium van de procedure in persoon verschijnen. Ze moeten dat evenwel faciliteren, door met name consulaire documenten of laissez-passers uit te vaardigen, en ze dienen het aantal keren waarop de betrokkene in persoon moet verschijnen tot het strikt noodzakelijke te beperken.

Myria verwelkomt dit arrest dat aansluit bij zijn aanbevelingen en dat nieuwe perspectieven biedt voor begunstigden van internationale bescherming en hun gezin.

Myria vraagt het parlement en de regering om het geldende wettelijke kader snel aan te passen, teneinde in alternatieve wijzen van indiening voor aanvragen gezinshereniging te voorzien en het recht op een gezinshereniging te garanderen. Het is zich ervan bewust dat deze beslissing tot tal van veranderingen zal leiden in de manier waarop de instanties werken. Myria roept op tot de nodige creativiteit en flexibiliteit om oplossingen te vinden die de betrokken personen toelaten om hun recht op een gezinsleven daadwerkelijk uit te oefenen.