13% van de bevolking heeft niet de Belgische nationaliteit

De bevolking die (wettig) in België verbleef op 1 januari 2021 wordt in kaart gebracht aan de hand van de nationaliteit, de nationaliteit bij geboorte of van de ouders, en het geboorteland.

1.447.852 personen met een buitenlandse nationaliteit verblijven op 1 januari 2021 officieel in België, of 13% van de bevolking. Daarvan is 62% een EU-burger (EU-27). 10% van de bevolking heeft de Belgische nationaliteit maar had eerder een andere nationaliteit (eerst geregistreerde nationaliteit in de Belgische registers).

Daling van de migratiebewegingen door de pandemie in 2020

Vervolgens staan de migratiebewegingen van 2020 centraal, van zowel Belgen als vreemdelingen. De beperkingen inzake de internationale mobiliteit hadden in 2020 voor alle nationaliteitsgroepen een impact op zowel de immigraties naar België als de emigraties uit België. Voor onderdanen van derde landen was de daling van de immigraties (-22%) substantieel, en groter dan die van de emigraties (-10%). De gevolgen voor de mobiliteit van EU-burgers waren beperkter maar ook duidelijk zichtbaar: 16% minder immigraties en 12% minder emigraties dan in 2019.

Bezoldigde activiteiten en familieredenen voornaamste migratiemotieven

De impact van de pandemie is ook zichtbaar in een daling van het aantal eerste verblijfstitels (-19%) die in 2020 in België werden afgeleverd aan personen die in het buitenland zijn geboren en in België wonen (immigranten).

De voornaamste wettelijke motieven voor de afgifte van een eerste verblijfstitel zijn bezoldigde activiteiten en familieredenen. Bij de 54.350 eerste verblijfstitels afgeleverd aan EU-burgers zijn bezoldigde activiteiten het voornaamste motief (51%) voor de afgifte. Bij onderdanen van derde landen vormen familieredenen het eerste motief (45%).