Om werkgevers te waarborgen dat hun werknemers binnen een redelijke termijn kunnen starten met werken, beveelt het Centrum aan dat België zijn wetgeving in overeenstemming brengt met de ‘single permit’ richtlijn. De behandelingstermijn van de aanvragen van een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning zou op maximum vier maanden moeten vastgelegd worden. Eventuele mogelijkheden tot verlenging van deze termijn zouden strikt beperkt moeten worden door de wet. Daarnaast beveelt het Centrum aan dat de termijn om een visum type D te verkrijgen, die niet geregeld wordt in de voormelde richtlijn, zou meegerekend worden in dezelfde maximumtermijn van vier maanden. Tot slot pleit het Centrum voor het verbinden van gevolgen aan het overschrijden door de administratie van de voorgeschreven termijn, zoals bijvoorbeeld de verplichting een gecombineerde vergunning af te leveren.