Vrouwen & Migraties naar België

Dat is het aandeel van vrouwen onder de migranten dat recent aankwam (2017) in België. Er zijn dus minder buitenlandse vrouwen dan mannen die migreren naar België. Over een periode van twintig jaar, tussen 1997 en 2017, zien we een daling van 51% naar 46%. Dit is een opmerkelijke daling. Het wil niet zeggen dat het absoluut cijfer van migrerende vrouwen is gedaald, maar dat het aandeel van de vrouwen in de instroom van migranten is gedaald. In absolute termen is het aantal vrouwen vermenigvuldigd met 2,4 en het aantal mannen met factor 2,9.

Twee belangrijke factoren laten toe deze proportionale daling van vrouwen in de migratiebewegingen naar België te duiden. Want ook al hebben vrouwen heel duidelijk hun plaats binnen de internationale mobiliteit, toch is hun plaats in heel wat contexten nog vaak bepaald door hun sexe.   

  1. De stijging van migraties is afkomstig van de nieuwe lidstaten die zich vanaf 2004 bij de Europese Unie hebben aangesloten. Binnen die groep nationaliteiten, is het aandeel vrouwen het laagste: 38% van de instroom is vrouwelijk. Deze migratie is wezenlijk verbonden met werk. Zeer veel Poolse, Roemeense en Bulgaarse werknemers en zelfstandigen zijn actief in meerdere sectoren, zoals de bouw. Hier weerspiegelen de man-vrouw verschillen belangrijke niches op de arbeidsmarkt, in het bestemmingsland, die sterk mannelijk zijn. 
  2. De ’recente stijging (sinds 2015) van de asiel- migraties komt voornamelijk uit West-Azië (Syrië, Afghanistan, Irak). In 2017, was het aandeel van vrouwen in de immigratie van deze groep 43%. Hoewel het erkenningpercentage van vrouwen relatief gezien licht hoger ligt (59% in 2017, tegen 51% voor de mannen, alle nationaliteiten samen genomen).  Ook daar leidt vrouw-zijn tot minder mobiliteit, meer bepaald door de gevaren die horen bij een vluchttraject. Wat niet betekent dat hun beschermingsnood lager is.