Myria publiceert vandaag de zesde en laatste katern van zijn jaarverslag “Migratie in cijfers en in rechten 2024” over de Belgische nationaliteit.

In deze laatste katern van Myria’s jaarverslag worden bij een grondige analyse van de cijfers enkele markante topics aangekaart inzake de toegang tot de Belgische nationaliteit in 2023 en in 2024. Zo is er een overzicht van het aantal personen die Belg zijn geworden via de verschillende procedures om de nationaliteit te verwerven (toekenning, verklaring en naturalisatie, die statistisch verwaarloosbaar is geworden). De cijfers tonen daarnaast aan dat de waarschijnlijkheid om de Belgische nationaliteit te verwerven groter is bij onderdanen van derde landen dan bij EU-burgers, die al van het vrij verkeer in de EU genieten. Deze waarschijnlijkheid is des te groter voor bepaalde nationaliteiten waarbij er vaak sprake is van internationale bescherming, zoals Syrië, Afghanistan of Irak. 

De analyse van de cijfers werpt eveneens een licht op de man-vrouwverhouding in de verschillende categorieën bij de nationaliteitsverklaring. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in situaties waarin economische participatie als voorwaarde wordt gesteld.  

In de katern worden ook twee thema’s behandeld in verband met de toegang tot het staatsburgerschap die recent in het nieuws kwamen: de analyse van de situatie van kinderen van Palestijnse origine die in België geboren zijn en de kwestie van de registratierechten.  

Weigeringen en intrekkingen van de Belgische nationaliteit bij kinderen van Palestijnse origine die in België geboren zijn: respecteer het recht van kinderen op een nationaliteit en houd rekening met hun hoger belang

In het verslag van Myria worden de weigeringen en intrekkingen van de Belgische nationaliteit bij kinderen van Palestijnse origine die in België geboren zijn uitvoerig geanalyseerd. Sinds de zomer van 2023 hebben vele tientallen kinderen van Palestijnse origine die in België geboren zijn van de ene dag op de andere hun Belgische nationaliteit verloren door een eenvoudige wijziging van het Rijksregister door de ambtenaar van de burgerlijke stand, naar aanleiding van een brief van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). DVZ – die niet bevoegd is inzake de Belgische nationaliteit – is van mening dat een kind de Palestijnse nationaliteit heeft als een van zijn ouders een paspoort heeft dat werd afgeleverd door de Palestijnse Autoriteit. In januari 2024 heeft de federale Ombudsman DVZ verzocht om “onmiddellijk een einde te stellen aan de praktijk van het versturen van brieven die de gemeentebesturen opdragen de Belgische nationaliteit in te trekken van kinderen die in België geboren zijn uit (een) ouder(s) van Palestijnse afkomst”. In maart heeft het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) eraan herinnerd dat het bezit van een paspoort niet automatisch leidt tot de conclusie dat het kind een nationaliteit heeft. De overheden lijken die aanbevelingen niet te hebben opgevolgd. In de katern brengt Myria daarom de internationale verplichtingen van België in herinnering, met name die om staatloosheid van kinderen die op het grondgebied geboren zijn te vermijden en om prioritair rekening te houden met het hoger belang van het kind, dat in bepaalde situaties soms wordt genegeerd wat in de praktijk vaak niet het geval is bij beslissingen omtrent artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. Die analyse is tegelijk bedoeld als een instrument voor de betrokken actoren (ambtenaren van de burgerlijke stand, magistraten, autoriteiten) met het oog op de toepassing van die verplichtingen in de – bijzonder complexe – Palestijnse context. Myria beveelt de naleving aan van artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit door op korte termijn de Belgische nationaliteit toe te kennen aan kinderen die in België geboren zijn, zolang het niet is aangetoond dat zij volledig recht hebben op een andere nationaliteit. De autoriteiten zouden alle intrekkingen van nationaliteit ambtshalve moeten heronderzoeken en de Belgische nationaliteit moeten herstellen in de gevallen waarin die irregulier werd ingetrokken. 

Die analyse leidt logischerwijs tot de herhaling van een aanbeveling die al in 2023 werd gericht aan het parlement en de regering: voorzie in een wettelijke bepaling om verplicht het belang van het kind in aanmerking te nemen in alle procedures rond verwerving of verlies van de nationaliteit. 

Grote bedragen betalen om Belg te worden? Een verhoging van de registratierechten zou nadeliger kunnen zijn voor vrouwen

Bij de procedures voor het verkrijgen van de nationaliteit (verklaring en naturalisatie) moeten er registratierechten worden betaald. 

Concreet is elke aanvraag sinds 2013 onderworpen aan de betaling van 150 euro registratierechten, vaak bovenop de vertaalkosten voor verplicht te verstrekken buitenlandse documenten. Op vraag van de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft Myria een advies uitgebracht over een wetsvoorstel dat deze kosten gevoelig wil verhogen (tot 1.250 euro, en in een nieuw voorstel wordt er zelfs gemikt op een bedrag van 5.000 euro).

Myria is van mening dat er bij een dergelijke verhoging ernstige vragen rijzen in het licht van het verbod op discriminatie op basis van vermogen. Ook zou zoiets nadelig kunnen zijn voor de toegang tot het staatsburgerschap van vrouwen. In België is een onvoorziene uitgave van 1.300 euro in de regel immers een probleem voor ongeveer een op de vijf personen, maar dat aandeel is twee keer zo hoog bij eenoudergezinnen en in 80% van de eenoudergezinnen is het gezinshoofd een vrouw. Volgens Myria leidt dat tot de conclusies dat een verhoging van de registratierechten een indirect seksistische maatregel zou kunnen zijn die vrouwen harder benadeelt bij de toegang tot het staatsburgerschap.