Nationaliteit
Volgens de cijfers van het Rijksregister zijn 39.448 personen in de loop van 2021 Belg geworden, een vergelijkbaar aantal als vóór het coronajaar 2020.
Vreemdelingen die de Belgische nationaliteit verwerven komen voornamelijk uit derde landen. De nieuwe Belgen afkomstig uit de EU-27 zijn in de minderheid (23%). Binnen deze groep zijn de voornaamste nationaliteiten de Roemenen, Italianen en Polen. Bij de nieuwe Belgen uit derde landen is het eerste land van herkomst Marokko, op de voet gevolgd door Syrië. Daarna volgen Irakezen en Afghanen en Congolezen. De stijging die globaal wordt vastgesteld doet zich voor bij de meeste nationaliteiten, behalve bij Roemenen en Russen, die in 2021 in kleinere getale Belg zijn geworden dan in 2020.
De cijfers rond nationaliteitswijzigingen duiden op een sterke stijging van het aantal Belg geworden Syriërs en Irakezen in de periode 2020-2021.
Om deze ontwikkeling beter te begrijpen, dient men rekening te houden met zowel een demografisch als een wettelijk aspect.
In 2015 zijn zij in groteren getale aangekomen in het kader van een verzoek om internationale bescherming, wat resulteerde in een forse toename van de in België verblijvende populatie van deze nationaliteitsgroepen in 2016.
De hervorming van het WBN die in voege trad op 1 januari 2013 en de nieuwe toelatingsvoorwaarden voor de nationaliteitsverklaring bedoeld in artikel 12bis in het bijzonder leiden tot een aantal ingrijpende wijzigingen inzake de vereisten om de Belgische nationaliteit te verwerven. Een van deze voorwaarden houdt in dat de kandidaat-Belg minstens 5 jaar in België dient te verblijven (al loopt deze vereiste op tot een verblijf van 10 jaar voor sommige categorieën vreemdelingen) in plaats van 7 jaar zoals voorheen het geval was. Naast deze verkorte verblijfsperiode werden er evenwel belangrijke voorwaarden toegevoegd omtrent maatschappelijke integratie, economische participatie en kennis van een van de landstalen.