Myria maakt zich zorgen over de recente discussies over de beslissingen van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het stelt voor dat het kader rond humanitaire visa wordt verduidelijkt. Voor mensen zonder andere uitweg is het humanitair visum immers een van de enige wettelijke manieren om bescherming te zoeken zonder toevlucht te moeten nemen tot mensensmokkelaars.

Nota van 22 november 2016

Na de weigering van de Belgische staat om een humanitair visum te geven aan een Syrisch gezin om naar België te komen om er een asielaanvraag te doen, doet uiteenlopende informatie de ronde over humanitaire visa. Om beter te vatten over wie en wat we spreken, is enige verduidelijking op zijn plaats. Zo is er een duidelijk onderscheid tussen humanitaire visa, die aangevraagd worden van uit het buitenland, en asielaanvragen, die ingediend worden van op het Belgische grondgebied of aan de grenzen ervan. Een humanitair visum kan afgeleverd worden om zeer diverse redenen. Zo kan de ontvanger ervan bij aankomst in België een asielaanvraag indienen. Dat doen bijvoorbeeld de vluchtelingen die op voorhand geselecteerd worden in hun land van verblijf voor een hervestiging en die bij aankomst in België een versnelde asielprocedure doorlopen. In 2015 werd zo 38% van de humanitaire visa voor kort verblijf afgeleverd aan vluchtelingen in het kader van een hervestiging (zie verder).

In de loop van 2015 hebben 38.990 personen een eerste asielaanvraag ingediend in België. In hetzelfde jaar werden 849 humanitaire visa afgeleverd, voor alle nationaliteiten samen: 725 visa voor kort verblijf  en 124 voor lang verblijf. Van die 849 personen die een humanitair visum kregen, is een belangrijk aantal ook meegeteld in de statistieken over de asielaanvragen. Maar zeker is ook dat van de 38.990 personen die in 2015 een asielaanvraag deden, de grote meerderheid naar België is gekomen op andere manieren dan via de legale weg van het humanitair visum.

Tot slot kunnen naast een asielaanvraag ook tal van andere redenen aan de basis van een humanitaire visumaanvraag liggen. Die motieven moeten zeker nog verder onderzocht worden. Ook andere vragen rijzen: hoeveel personen dienen effectief een aanvraag voor een humanitair visum in? Waarom vraagt men een humanitair visum voor kort verblijf dan wel voor lang verblijf aan? Myria beschikt niet over de informatie om een precies antwoord op al die vragen te kunnen geven, maar deelt graag de volgende elementen.

Visa: aanvragen ≠ beslissingen

De gegevens van de FOD Buitenlandse Zaken waarover Myria beschikt brengen de beslissingen in kaart en niet de aanvragen. Zijn er in 2015 in totaal 1.262 beslissingen inzake humanitaire visa genomen, dan betekent dat niet dat 1.262 personen in de loop van 2015 een visum hebben aangevraagd. De realiteit is dat 1.124 van de in 2015 genomen beslissingen betrekking hadden op aanvragen die in 2015 zijn ingediend (128 op aanvragen uit 2014 en 10 op aanvragen uit 2013). Een aantal van de ingediende aanvragen in 2015 zullen ook pas worden meegeteld in de statistieken van de beslissingen van 2016.

Een positieve beslissing leidt overigens niet automatisch tot een migratiebeweging naar België. De personen die een humanitair visum vragen zitten vaak in een situatie waarbij een visumaanvraag voor België maar één van de mogelijke vluchtwegen vormt. Sommigen gaan uiteindelijk ergens anders naartoe, anderen zien, al dan niet noodgedwongen, af van hun vertrek.

(Van de 1.262 beslissingen werden er 43 bijvoorbeeld afgesloten ‘zonder voorwerp’. Die categorie omvat met name de visa voor kort verblijf die het statuut ‘voorwaardelijke toelating van de DVZ’ hebben gekregen en waarvoor de visumaanvrager de gevraagde bijkomende documenten niet binnen de 90 dagen heeft aangeleverd of aanvragen voor visa voor kort verblijf die het akkoord van DVZ hebben gekregen en waarvoor het visum niet is afgehaald binnen de 90 dagen.)

Humanitaire visa: Myria analyseert de cijfers en vraagt meer transparantie

Visa voor kort verblijf ≠ lang verblijf

Humanitaire visa voor België kunnen een aanvraag voor een kort verblijf zijn (maximum 90 dagen = visum C) of voor een lang verblijf (meer dan 90 dagen = visum D). In 2015 vielen 834 beslissingen over humanitaire visa voor kort verblijf en 428 over humanitaire visa voor lang verblijf. Dat maakt een totaal van 1.262 beslissingen in het kader van een humanitair visum.

De meeste beslissingen van humanitaire visa voor kort verblijf in 2015 zijn positief: 87% of 725 afgeleverde visa. Voor de visa voor lang verblijf ligt die verhouding veel lager (29% of 124 visa).

Humanitaire visa: Myria analyseert de cijfers en vraagt meer transparantie

Welke nationaliteiten ontvangen een humanitair visum?

  • Visa voor kort verblijf (visa C): de meeste beslissingen (64%) betreffen Syriërs. Voor die nationaliteit is in 2015 geen enkele weigering van een visum voor kort verblijf vastgesteld en de afgeleverde visa zijn uitsluitend visa met beperkte territorialiteit (beperkt tot het Belgisch grondgebied). Dat moet wel genuanceerd worden met het feit dat de andere beslissingen en de beslissingen zonder voorwerp niet definitief zijn afgesloten en nog kunnen leiden tot de aflevering of de weigering van een visum.
    Voor Congolezen (DRC) en Burundezen leidde ongeveer 70% van de beslissingen in 2015 tot de aflevering van een humanitaire visum voor kort verblijf. Dat ligt hoger voor de Russen (95%).
  • Visa voor lang verblijf (visa D): de beslissingen betreffen Syriërs (22%), maar ook Somaliërs (11%), Afghanen (11%) en Congolezen (8%) om de belangrijkste te noemen. Weigeringen zijn frequenter dan bij visa voor kort verblijf (een kwart van de beslissingen). Voor de Syriërs werden 41 humanitaire visa voor lang verblijf afgeleverd, 3 weigeringen geregistreerd en 50 beslissingen anders geklasseerd (43 dossiers werden naar de DVZ gestuurd voor onderzoek).

Beslissingen genomen in 2015 voor humanitaire visa kort verblijf, volgens uitkomst van de beslissing, voor de belangrijkste betrokken nationaliteiten

Humanitaire visa: Myria analyseert de cijfers en vraagt meer transparantie

Beslissingen genomen in 2015 voor humanitaire visa lang verblijf, volgens uitkomst van de beslissing, voor de belangrijkste betrokken nationaliteiten

Humanitaire visa: Myria analyseert de cijfers en vraagt meer transparantie

Man-vrouwverhouding

Evenveel mannen als vrouwen kregen een humanitair visum voor kort verblijf: 362 vrouwen en 363 mannen. Iets meer vrouwen dan mannen kregen een negatieve beslissing of een andere beslissing of zonder voorwerp. Voor de humanitaire visa lang verblijf: twee derde van de positieve beslissingen betreft vrouwen (80 visa), een derde mannen (44 visa). De negatieve en andere beslissingen lopen gelijk voor mannen en vrouwen.

Kort verblijf

Humanitaire visa: Myria analyseert de cijfers en vraagt meer transparantie

Lang verblijf

Humanitaire visa: Myria analyseert de cijfers en vraagt meer transparantie

Via welke diplomatieke posten werden humanitaire visa aan Syriërs uitgereikt?

Syrië is de belangrijkste nationaliteit waarvoor humanitaire visa voor kort verblijf in 2015 werden uitgereikt. Aangezien België geen diplomatieke post meer heeft in Syrië, is het dan ook niet verwonderlijk dat de overgrote meerderheid van die humanitaire visa werden afgeleverd door de diplomatieke post van Beiroet in buurland Libanon. Syriërs die een visum voor lang verblijf aanvroegen, deden dat bij drie diplomatieke posten: Ankara, Beiroet en Istanboel.

Reden voor aflevering van een humanitair visum

Het humanitaire visum is een discretionaire bevoegdheid waarmee enerzijds de overheid een visum kan geven aan personen die een onmenselijke of vernederende behandeling dreigen te ondergaan. Anderzijds kan een humanitair visum ook afgeleverd worden om andere redenen, bijvoorbeeld als een moeder in het kader van een gezinshereniging de band met de vader van haar kinderen niet formeel kan bewijzen.

Het discretionaire karakter is onder meer gegrond op de realistische vaststelling dat niet aan alle mensen van de wereld die in gevaar zijn automatisch een verblijfsrecht in België kan worden gegeven. Dat staat niet in de weg dat er rechtvaardige en coherente criteria moeten gevolgd worden bij de toepassing, zowel in het belang van het beleid van België als in het belang van de aanvragers zelf. Zij moeten kunnen inschatten aan welke houding van de overheid ze zich mogen verwachten.

Vandaag hangt er een sfeer van willekeur rond het beleid van humanitaire visa en is er een gebrek aan transparantie in de communicatie er rond. Zo blijkt dat het vooraf vastgelegde quotum van vluchtelingen die via het hervestigingsprogramma naar België worden overgebracht ook zijn opgenomen in de statistieken over de afgifte van humanitaire visa voor kort verblijf. Die lezing is dan wel technisch correct, ze drijft de cijfers op en doet de indruk ontstaan dat er nu veel meer gewone humanitaire visa worden afgeleverd dan vroeger.

In precieze cijfers? In 2015 kwamen in totaal 276 personen via hervestiging naar België: 188 Syriërs en 88 Congolezen. Dat is 38% van de humanitaire visa voor kort verblijf (725). (In theorie zitten de visa die worden afgeleverd in het kader van de hervestiging van vluchtelingen in België vervat in de humanitaire visa voor kort verblijf als de diplomatieke post ze tenminste correct heeft geregistreerd. Het kan dus dat er een kleine foutenmarge bestaat.) Trekken we die visa voor hervestiging af van het totaal, dan blijven er nog er 449 humanitaire visa voor kort verblijf over die in 2015 werden afgegeven. 320 daarvan gingen naar Syriërs, 29 naar Burundezen, 19 naar Russen en 14 naar Congolezen (DRC), om de belangrijkste op te sommen.

Kijken we naar die 320 Syriërs, de grootste groep, dan zien we dat 282 van hen een humanitair visum voor kort verblijf kregen bij een gemediatiseerde operatie om christenen uit Aleppo te redden. Die operatie maakt bijgevolg het grote aandeel uit van Syriërs die een humanitair visum kregen. Naast de visa voor de hervestigde Syrische vluchtelingen en die in het kader van de reddingsoperatie, tellen we dus 38 humanitaire visa voor kort verblijf die aan Syriërs werden afgeleverd, aangevuld met 41 humanitaire visa voor lang verblijf. 79 positieve beslissingen, die wel een moeizamere aflevering kenden. Zo kwam eerder dit jaar een dossier in de media van een bejaard koppel Syrische christenen met dichte familie in België (Mo Magazine, 30 maart 2016). Zij waren niet betrokken bij de reddingsoperatie van 2015, maar hun familie vroeg en investeerde in een ‘gewone’ aanvraag van een humanitair visum. Het was maandenlang wachten op een beslissing van de overheid, die ook toen de aanvraag tweemaal weigerde waarna de Raad de weigering tweemaal schorste. Na maanden van onzekerheid kreeg het koppel uiteindelijk het visum. Dat pingpongen is jammer genoeg geen alleenstaand geval. In het kader van onze werking (en de individuele dossiers die we behandelen) ziet Myria dat regelmatig, zowel bij beslissingen over humanitaire visa als in andere domeinen (gezinshereniging, medische regularisatie…).

Myria beveelt aan:

Gezien de ernst van de humanitaire situatie in Syrië en de enorme moeilijkheden voor asielzoekers om die hulp in België te komen vragen, vinden we dat er meer een beroep gedaan moet kunnen worden op deze humanitaire visa. Myria betreurt zo ook het huidige gerechtelijke pingpongspel tussen de overheid en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen betreffende de Syrische familie die recent een visumaanvraag had ingediend. Myria stelt in het voorkomend geval vast dat net het gebrek aan motivering in de beslissingen van de overheid hét knelpunt vormt.

Myria begrijpt dat België onmogelijk iedereen kan opvangen in de wereld die zich in gevaar voelt. Het vraagt wel om soepeler op te treden bij de aflevering van humanitaire visa in het licht van de huidige humanitaire crisis, met name bij het onderzoek van de aanvragen die worden ingediend door familieleden in ruime zin van Belgen of personen die wettig in België verblijven (en die niet in aanmerking komen voor een gezinshereniging) of door kwetsbare personen. Humanitaire visa bieden hen een beperkte mogelijkheid om legaal naar België te komen en maaien het gras voor de voeten van mensensmokkelaars weg.

Myria vraagt ook om de aflevering van humanitaire visa zo veel mogelijk te objectiveren. Dat is een discretionaire bevoegdheid. Als er geen criteria – zoals minstens de aanwezigheid van een levensbedreigende situatie of een gegarandeerde opvang in België – publiek worden gemaakt, versterkt dat de indruk van willekeur. Iedereen is gebaat bij meer duidelijkheid hieromtrent. Bovendien pleit Myria voor een zorgvuldige afweging en motivering van de beslissingen om onnodige procedures te vermijden.

Humanitaire visa kunnen zo, in plaats van een conflictpunt, deel uitmaken van een migratiebeleid dat een evenwicht zoekt tussen realisme, respect voor de grondrechten en reactievermogen bij een ernstige humanitaire crisis. Myria diept deze kwestie verder uit en staat ter beschikking van de regering als die zich over die aspecten wil buigen.