Marokko en Syrië voornaamste landen van herkomst van de nieuwe Belgen in 2021

De Belgische nationaliteit kan op twee manieren worden verworven: door toekenning, vooral bij minderjarigen, en door verkrijging. Die laatste procedure verloopt hoofdzakelijk via verklaring (bij de gemeente), aangezien de naturalisatie (door de Kamer) bijzonder zeldzaam is geworden.

39.448 personen hebben in 2021 de Belgische nationaliteit verworven, een vergelijkbaar aantal als vóór het coronajaar 2020. Ongeacht het type procedure is en blijft Marokko het voornaamste land van herkomst van de nieuwe Belgen. De 3.611 Marokkanen die Belg zijn geworden vertegenwoordigen 9% van alle nieuwe Belgen in 2021.

Terwijl Marokko de afgelopen twee decennia steevast met grote voorsprong het voornaamste land van herkomst was, wordt het in 2021 op de voet gevolgd door Syrië. Syriërs zien hun aantallen aanzienlijk stijgen, van 243 in 2017 naar 3.287 in 2021. Ook de groep Irakezen groeit de jongste jaren sterk, zij het met geringere aantallen.

Voorwaarde van wettelijk verblijf om Belg te worden en gevolgen van de oude seksistische wetgeving: problemen in de praktijk

Myria gaat dieper in op de voorwaarde van “wettelijk verblijf”, sinds 2013 een verstrengde voorwaarde om de Belgische nationaliteit te verkrijgen via de verklaringsprocedure. De bedoeling van de wetgever was om de nationaliteitsverwerving “migratieneutraal te maken”. De persoon die de nationaliteit aanvraagt dient te beschikken over een verblijf van onbeperkte duur op het moment van de indiening van de nationaliteitsaanvraag, en er wordt daarnaast gekeken naar het verblijf vóór het indienen van de aanvraag.

Myria stelt vast dat het huidige systeem waarbij het wettelijke verblijf wordt aangetoond op basis van een limitatieve lijst van verblijfstitels (in een koninklijk besluit) praktische problemen oplevert en in de rechtspraak al werd veroordeeld.

Zo heeft het parket op basis van deze regelgeving de Belgische nationaliteit geweigerd aan een vrouw die in 1966 in België is geboren (uit een Belgische moeder en een buitenlandse vader), terwijl zij hier altijd wettig heeft verbleven (wat blijkt uit een attest van de Dienst Vreemdelingenzaken), gestudeerd en gewerkt. De reden? Zij kon de verblijfstitels uit de lijst niet voorleggen voor de periode voorafgaand aan 1990 ... De melding van mevrouw X., die door Myria is behandeld, wordt in de katern uitvoerig toegelicht.

Deze limitatieve lijst is discriminerend: ze sluit vreemdelingen uit die een verblijfsrecht hebben maar over een document beschikken dat niet op de lijst voorkomt. De lijst van het koninklijk besluit wordt niet tijdig en volledig geactualiseerd. Bovendien is de verblijfswetgeving zo complex en in ontwikkeling dat een volledige en geactualiseerde lijst een illusie lijkt.

Myria beveelt aan dat systeem te hervormen op basis van een eenvoudig principe: het verblijfsrecht is doorslaggevend, en heeft voorrang op het document waarover de betrokkene beschikt. Een eventuele lijst van verblijfstitels kan fungeren als werkinstrument maar mag niet limitatief zijn.

Voorts toont Myria in deze katern op basis van concrete meldingen, zoals die van mevrouw X., dat de oude seksistische regel voor de toekenning van de Belgische nationaliteit in 2022 nog altijd sommige personen benadeelt. Ook al is de discriminatie op basis van het geslacht in 1985 in de wet gecorrigeerd, deze situaties bewijzen toch dat de gevolgen van die oude seksistische wetgeving in 2022 nog altijd voelbaar zijn voor sommige kinderen die vóór 1967 uit Belgische moeders zijn geboren. Toen werd de Belgische nationaliteit alleen automatisch toegekend aan kinderen die in België waren geboren uit een Belgische vader.

Omdat mevrouw in 1966 uit een Belgische moeder en niet uit een Belgische vader werd geboren, heeft ze een ware strijd moeten leveren om uiteindelijk de nationaliteit te verkrijgen van het land dat altijd het hare is geweest.