Los van de emotie, veroorzaakt door foute woordkeuzes en karikaturale Nazivergelijkingen, lijkt er ons weinig aandacht te gaan naar de grond van de zaak. Het werkelijke doel van de Belgische autoriteiten bestaat er niet zonder meer in de Soedanezen uit te wijzen. Het is een middel om de oprichting van een "jungle van Calais" redux in de straten en parken van Brussel te voorkomen. Transitmigratie stelt inderdaad een moeilijke uitdaging: we spreken hier over migranten die talloze gevaren hebben doorstaan sinds hun vertrek uit het herkomstland en die geen enkele intentie hebben om asiel aan te vragen in België. Ze zijn gefixeerd op Groot-Brittannië, en koesteren veel wantrouwen tegenover welke vertegenwoordiger van gezag dan ook. Zij vrezen ook - en vaak terecht – dat als zij asiel aanvragen, ze naar Italië of een ander Europees land waar ze geïdentificeerd zijn in het kader van de Dublin-verordening, kunnen worden teruggestuurd. Om die reden is de vraag naar welke informatie deze mensen ontvangen, nodig en legitiem Het is cruciaal dat we niet enkel nagaan of ze nu asiel willen aanvragen of niet, maar dat we hen nauwgezet de gevolgen duidelijk maken van de keuze die ze maken, en dat we hen doen inzien welk belang zij hebben bij het afzien van het afzien van hun tocht naar Engeland ten gunste van een asielaanvraag in een ander Europees land. De keuze van de autoriteiten doet vragen rijzen over de gehanteerde waardenschaal. In april vertelde de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie in een interview met la Libre Belgique dat hij niet met Soedan wilde onderhandelen over de terugkeer van migranten. De huidige bocht kan alleen gezien worden in het licht van de wil van de regering een groter euvel te vermijden, namelijk de spontane oprichting van make-shift migrantenkampen. De regering vindt het aanzicht van migranten die op onze straten ronddolen blijkbaar erger dan onderhandelen met een land dat geleid wordt door een persoon die door het Internationaal Strafhof vervolgd wordt. Het is zonder meer een kwestie van grondrechten. De ingenomen positie baart zorgen omdat ze uitgaat van een imperatief van visuele ‘properheid’, van ‘hygiëne’ die belangrijker geacht wordt dan fundamentele principes, zoals het het beginsel van non-refoulement of de absolute weigering te onderhandelen met dictaturen. Het parlement heeft het recht om deze gekozen koers in vraag te trekken. De verwijdering van migranten naar een land waar zij een onmenselijke en vernederende behandeling dreigen te ondergaan, ook al zijn ze geen asielzoekers, is a priori niet verenigbaar met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. We zijn op dit punt aanbeland omdat deze priorisering het migratiebeleid in België en andere EUlanden de afgelopen drie jaar bepaalt: irreguliere migranten of transitmigranten ten alle koste afraden naar hier te komen of te blijven. Het beeld van de Soedanezen in een gesloten centrum en die van de Soedanese delegatie die zijn onderdanen komt identificeren, heeft geen ander doel dan deze boodschap volmondig uit te dragen: "Kom niet naar Brussel, jullie migranten die van Engeland dromen. Zoals jullie zien deinzen we er niet voor terug om jullie allemaal te arresteren.” De angst kwartier te verschaffen; het Alpha en Omega van het migratiebeleid, doet ons een gevaarlijke grens