Dossier van de prinsessen uit de Verenigde Arabische Emiraten: mensenhandel mag geen straffeloosheid kennen
Myria verheugt zich dat het dossier van de prinsessen uit de Verenigde Arabische Emiraten, dat in 2008 werd opgestart, na jaren van procedureslagen eindelijk ten gronde zal worden behandeld. Myria (het Federaal Migratiecentrum) stelde zich burgerlijke partij in dit dossier, naast verschillende slachtoffers en de gespecialiseerde opvangcentra voor slachtoffers van mensenhandel. De strijd tegen mensenhandel stimuleren is een van Myria’s opdrachten. Het gaat om een belangwekkend dossier, vandaar dat Myria zich burgerlijke partij stelde.
Op 17 april 2012 verwees de raadkamer van Brussel negen personen (onder wie acht prinsessen uit de Verenigde Arabische Emiraten) door naar de correctionele rechtbank voor mensenhandel, evenals voor onmenselijke en vernederende behandeling, en diverse inbreuken op het sociaal strafrecht. De beklaagden worden ervan beschuldigd hun huispersoneel te hebben uitgebuit in een Brussels luxehotel. De raadkamer oordeelde daarentegen dat het hotel, zijn directie en ook het bewakingsbedrijf onvoldoende ten laste kon worden gelegd. Het dossier werd ingeleid in juni 2008 na een klacht van een vermoedelijk slachtoffer dat erin slaagde om uit het hotel te ontsnappen. Ze verklaarde dat ze 7 dagen op 7 onder bedreiging moest werken. Er werd toen een gerechtelijk dossier geopend. Op vraag van de arbeidsauditeur trok de sociale inspectie samen met de politie naar het hotel met een toelating tot huisbezoek van de politierechter. Tijdens hun bezoek werden verschillende personen verhoord. De vermoedelijke slachtoffers getuigden van werkomstandigheden die een vorm van moderne slavernij vormden.
Op 22 november 2012 bevestigde de kamer van inbeschuldigingstelling de beslissing van de raadkamer. Ze verwierp toen de procedure-argumenten die door de prinsessen werden inroepen (waaronder de onwettigheid van het oorspronkelijke huisbezoek). In een arrest van 24 mei 2013 had het Hof van Cassatie echter het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling verbroken en de zaak doorverwezen naar de anders samengestelde kamer van inbeschuldigingstelling. Op 22 januari 2014 sprak de kamer van inbeschuldigingstelling een nieuw arrest uit. Dat bevestigde de beschikking van de raadkamer van 17 april 2012. De prinsessen trokken toen opnieuw naar Cassatie. De preliminaire fase van het strafproces loopt dus pas vandaag op haar einde door het arrest van het Hof van Cassatie dat het beroep van de prinsessen verwerpt. Het dossier kan dus eindelijk voorkomen voor de correctionele rechtbank. Dat is een belangrijke stap in de strijd tegen mensenhandel die geen enkele vorm van straffeloosheid mag kennen.