Deze zaak betreft jonge, vaak minderjarige Afrikaanse meisjes die met valse papieren zijn overgekomen om vervolgens via onlineadvertenties als escortes uitgebuit te worden. Het escortebureau werd gerund door een Nigeriaanse vrouw samen met haar Belgische partner en een derde, Nigeriaanse beklaagde. De Belgische partner stond in voor de foto's op de website, het transport van de jonge vrouwen en het inzamelen van het geld.

De zaak werd in eerste aanleg door de correctionele rechtbank van Turnhout op 9 december 2015  behandeld.

Enkel de tweede Belgische beklaagde heeft beroep aangetekend tegen het vonnis. Het hof bevestigde dat hij samen met zijn vriendin zich in een machtspositie bevond ten opzichte van de Nigeriaanse slachtoffers. Hij exploiteerde mee de prostitutie van de slachtoffers. Samen met zijn vriendin controleerde hij op een dusdanige wijze het doen en laten van de slachtoffers dat zij niet steeds meer in staat waren in alle zelfstandigheid beslissingen te nemen en dat zo hun integriteit op ernstige wijze werd aangetast.

Echter werd de straf door het hof verminderd, in plaats van dertig maanden gevangenisstraf kreeg hij twee jaar gevangenisstraf. De geldboetes werden bevestigd.