Zowel Belgen als vreemdelingen dragen bij aan het natuurlijk saldo en aan het migratiesaldo, die samen de stijgende bevolkingsevolutie bepalen 

Een positief migratiesaldo

Het migratiesaldo berekent men door van het aantal immigraties (binnenkomsten) naar een bepaald land het aantal emigraties (vertrekken) uit een bepaald land af te trekken. Deze drie figuren tonen ons achtereenvolgend de evolutie van de immigratie en de emigratie van heel de bevolking (Belgen en vreemdelingen) in België (figuur 1), van de vreemdelingen uitsluitend (figuur 2) en van de Belgen uitsluitend (figuur 3). De volle lijnen in elk van die figuren tonen ons de migratiesaldi voor elk van die bevolkingsgroepen.

De tendensen van de laatste decennia laten stijgende migratiebewegingen zien bij zowel vreemdelingen als bij Belgen. In tegenstelling tot de voorafgaande periodes waarin men immigratie-pieken vaststelde (bijvoorbeeld van vreemdelingen in 1948 en 1964), kan de huidige groei niet conjunctureel genoemd worden. Deze komt duurzaam voor. Tegelijk zien we ook een belangrijke stijging van de emigraties, maar deze is niet zo groot als die van de binnenkomsten. Voor de vreemdelingen, blijven de emigraties sinds de jaren negentig lager dan de immigraties, wat een positief en stijgend migratiesaldo teweegbrengt. Hoewel België algemeen genomen vooral een immigratieland is, vertonen Belgen een iets sterkere tendens tot emigratie dan tot immigratie. Dit negatief migratiesaldo van de Belgen is geen nieuw fenomeen.

Om te besluiten: deze cijfers tonen aan dat in het algemeen genomen, België het beeld biedt van een belangrijke en stijgende internationale mobiliteit. Het klopt dat zowel de vreemdelingen als de Belgen bijdragen aan die migratiebewegingen, maar het migratiesaldo wordt duidelijk vooral gerealiseerd door migratie van vreemdelingen.

Een natuurlijk saldo dat relatief stabiel is

Het natuurlijk saldo wordt berekend door het verschil van het aantal geboortes en het aantal sterftes voor wat een bepaalde periode betreft (meestal een jaar). Dat saldo geeft een beeld van de natuurlijke groei van de bevolking, zonder verrekening van de migratiebewegingen. Algemeen genomen zijn sinds 1965 de geboortes hoger dan de sterftes, wat een positief natuurlijk saldo oplevert (figuur 4). Wanneer we de natuurlijke evolutie gaan opsplitsen naar Belgen en vreemdelingen, zien we dat gedurende enkele jaren (tussen 1973 en 1986) een negatief natuurlijk saldo voor de Belgen gecompenseerd werd door een positief natuurlijk saldo van vreemdelingen, wat zorgde voor een natuurlijk saldo dat in het algemeen positief was.

Deze opdeling is van belang, omdat ze duidelijk maakt dat het natuurlijk saldo bestaat uit Belgen én vreemdelingen die geboren worden of sterven en zo de algemene natuurlijke stijging van de bevolking uitmaken. Deze grafieken moeten natuurlijk geïnterpreteerd worden rekening houdend met nationaliteitswijzigingen. Heel wat individuen die als vreemdeling hier worden geboren, verwerven bij leven de Belgische nationaliteit en sterven als Belg. Ze veranderen van populatie in de loop van de tijd, waardoor te snelle interpretaties van deze cijfers tot verkeerde conclusies zouden leiden. Bovendien hebben de vele wijzigingen van het wetboek van de Belgische nationaliteit met zich mee gebracht dat meer en meer Belgen van geboorte (een) ouder(s) van vreemde nationaliteit hebben.

Een immigratie van vreemdelingen die bijdraagt tot een stijging van de Belgische bevolking

Het zijn het natuurlijk saldo en het migratiesaldo die samen genomen bijdragen aan de evolutie van de bevolking. Het is al sinds de jaren 1970 dat immigraties bijdragen aan de stijging van de bevolking in België, maar het is sinds de laatste twee decennia dat het migratiesaldo hieraan in zo’n grote mate bijdroeg. In de jaren 1970 bedroeg het migratiesaldo ongeveer 30% van de bevolkingsgroei, sinds de jaren 2000 is het migratiesaldo goed voor 70% van de aanwas van de Belgische bevolking

Bron: RR (ADSEI)

De bevolking van vreemde afkomst in België: enkele indicatoren om haar groei te begrijpen

In België worden bijna twee op de tien individuen geboren met een vreemde nationaliteit

Een eerste manier om de  bevolking van vreemde afkomst in België te vatten bestaat erin gebruik te maken van de indicator nationaliteit door de verdeling van de bevolking tussen Belgen en vreemdelingen op een bepaald ogenblik te bekijken. Op 1 januari 2010, telde ons land 10.839.905 inwoners waarvan 1.057 666 (10% ongeveer, in het groen op de figuur) met een andere dan de Belgische nationaliteit. Die laatsten vormen de zogenaamde vreemde bevolking. Maar de laatst vastgestelde nationaliteit van een persoon vertelt ons maar een deeltje van z’n afkomst. Ook de nationaliteit bij de geboorte kan essentiële informatie bieden. Van alle personen die in België verblijven hadden er 1.894.666 (ongeveer 18%) bij de geboorte een vreemde nationaliteit (bevolking die als vreemdeling is geboren). Hiervan zijn dus 837.000 personen Belg geworden, en die groep is goed voor zowat 8% van de gehele bevolking die op 1 januari in België verbleef (in het rood). De vreemde bevolking is voornamelijk afkomstig uit lidstaten van de Europese Unie (68% burgers van de EU van 27 landen). Daarentegen maken personen die afkomstig zijn uit de Europese Unie maar nipt de meerderheid uit van de bevolking die als vreemdeling is geboren.

Deze typologie is interessant omdat ze toelaat te onderlijnen dat de populatie van vreemde afkomst niet samenvalt met de bevolking van vreemde nationaliteit (= de vreemde bevolking).

Typologie van de bevolking die als vreemdeling is geboren, volgens de nationaliteit bij de geboorte en de laatst geregistreerde nationaliteit

(1 januari 2010)

Om deze realiteit nog beter te vatten, zouden we idealiter nog een bijkomend onderscheid moeten kunnen maken: dat van het geboorteland. Aan de hand hiervan kan men de personen in kaart brengen die in het buitenland zijn geboren en in de loop van hun leven naar België zijn gekomen. Dat maakt het dus mogelijk om binnen de bevolking die als vreemdeling werd geboren de immigranten van de anderen te onderscheiden. Voor de volledigheid moeten we hier opmerken dat ook die indicator belangrijke beperkingen heeft.

Deze cijfers tonen ons een foto van de opdeling van de bevolking in België. Een stap verder bestaat erin de tendensen te onderzoeken in de cijfers van de laatste twintig jaar.

In de loop van de twee laatste decennia is de bevolking die als vreemdeling geboren werd gestegen (grijze curve) van 1.190.000 individuen begin van de jaren 1990 tot bijna 1.900.000 in 2010. Het onderzoek van de twee onderdelen van deze populatie wijst op een stagnatie van de vreemde populatie (in het groen) enerzijds en een stijging van het aantal vreemdelingen dat de Belgische nationaliteit heeft verworven (in het rood) anderzijds.

Over de generaties heen, leiden de wijzigingen in de verkrijging en de toekenning van de nationaliteit zonder twijfel tot een onderschatting van het belang van de bevolking van buitenlandse afkomst. Onder de Belgen bij geboorte (in het blauw in figuren 8 en 9) zijn er personen die minstens één ouder hebben die als vreemdeling is geboren.  In de officiële statistieken zijn zij evenwel niet te vinden bij de bevolking van vreemde afkomst. Een bijkomende indicator kan daarom gebruikt worden om de populatie van vreemde afkomst beter te bevatten. Deze bestaat eruit het aantal individuen te schatten waarvan minstens één van de ouders vreemdeling was bij geboorte. De schattingen die kunnen gebeuren op basis van de bestaande gegevens op 1 januari 2010, geven aan dat de bevolking waarvan minstens één ouder als vreemdeling is geboren, ongeveer 2.625.000 (oranje curve) bedraagt, hetgeen ruim meer is dan de populatie die als vreemdeling is geboren (in het grijs).

Bron van de gegevens: Rijksregister (ADSEI)

Berekeningen van de figuren: Perrin, Poulain et Schoonvaere

De verwerving van de Belgische nationaliteit: een onmiskenbaar gegeven

De verschillende cijfers die hiervoor werden voorgesteld geven duidelijk aan dat de verkrijging en toekenning van de nationaliteit een erg belangrijk gegeven is bij de studie van de populatie van vreemde afkomst.

Binnen de bevolking die als vreemdeling is geboren, hebben sommigen deze nationaliteit behouden (in het groen), terwijl anderen de Belgische nationaliteit hebben verkregen (in het rood). Deze figuur toont de voortgaande stijging van de laatste categorie binnen de hele populatie van personen die als vreemdeling zijn geboren. Bij het begin van de jaren 1990 had minder dan een kwart van de bevolking die als vreemdeling is geboren de Belgische nationaliteit verkregen, terwijl dit in 2010 om bijna 45% gaat.

Bron van de gegevens: Rijksregister (ADSEI)